Laatste generatie
Schroothoop?
Op stoom
Identiteit nieuwe wijk
Nederlands ontwerp
Direct na de oorlog bouwde scheepswerf
de Koninklijke Maatschappij De Schelde
twee stoomhijskranen. Waarschijnlijk de
laatste generatie stoomkranen die na de
oorlog nieuw gebouwd werd. Het bedrijf
had de oorlog ternauwernood overleefd;
de Willem Ruys was uiteindelijk toch van
de helling gelopen. Toen beide kranen begin
jaren '70 buiten bedrijf werden gesteld, zijn
ze geschonken aan twee stoomstichtingen.
De Stoomtram Goes Borsele SGB) kreeg
de 38 en de Stoomtram Hoorn Medemblik
kreeg de 39. De 39 kwam in 2015 terug
naar Zeeland; overgeplaatst naar het SGB
emplacement in Goes waar dit erfgoed beter
thuis was. Daar werd het besluit genomen
om niet twee maar een enkele stoomkraan
goed in de wielen te houden. Beter één goed
dan twee slecht. Daar is wat voor te zeggen.
De restauratie van de stoomkraan Schelde 38
werd aanvankelijk door een bedrijfsclub uit
Nijmegen opgepakt. Maar dit liep stuk en de
kraan werd in onderdelen naar Goes terug
gebracht. De 38 werd verder ontmanteld
door de SGB ten behoeve van een goede
voorraad reserveonderdelen in het magazijn.
De kraan 39 was zo tenminste goed verzekerd.
De grote kraanonderdelen verhuisden echter
naar een schrootbedrijf. Getriggerd door de
ontdekking van deze grote kraandelen kwam
een jonge stoomfreak, Wesley Sekewael, in
actie. Het schroot werd uit eigen middelen
gekocht en het avontuur kon beginnen. Zes
jaar speuren naar en in tekeningen; hoe zit
het in elkaar, wat wordt er gemist en waar
kan een beschutte plek worden gevonden
voor de opbouw. Wie heeft ermee gewerkt
en kan helpen; wie kan nog onderdelen op de
draaibank maken en wie levert gratis bijstand?
Alleen al het verplaatsen van zoveel gewicht
en het takelen van zware onderdelen is kostbaar.
Een flinke groep vrijwilligers, enthousiaste
oud-werknemers van de scheepswerf, een
officiële stichting en een aanmoedigings
premie van het Prins Bernhard Cultuurfonds
Zeeland volgden. Vele haltes verder kwam
het project op stoom, ondanks het aanvankelijke
gebrek aan medewerking van gemeentezijde.
Die zag het eerder als last dan als lust voor de
herontwikkeling van het scheepswerfterrein.
Is erfgoed dan een last? Dan sta je op de tenen
van Heemschut! Mobiel erfgoed kan locatie
specifiek zijn, immers het brengt de geschiedenis
van een gebied in beeld. Stoomhijskraan 38
staat nu weer op zijn oorspronkelijke plaats
in Vlissisngen, straks te midden van de nieuw
bouw in gezelschap van de machinefabriek,
plaatwerkerij, scheepstimmerfabriek, de oude
verbandkamer, het dok van Perry en die andere
grote werfkraan. Daarom heeft Heemschut
ook volmondig ja gezegd op het verzoek om
te bemiddelen tussen twee bevlogen erfgoed
instellingen die verschilden van inzicht. Enkele
essentiële onderdelen van het binnenwerk lagen
als reserve namelijk in de magazijnen van de
SGB. Via mediation van Heemschut Zeeland
is een bruikleenovereenkomst tot stand
gekomen met de SGB. Stoomhijskraan 38
werd verder opgebouwd en eventuele
problemen met de kraan in Goes zullen in
de toekomst gezamenlijk worden opgelost.
Heemschut wenst deze doorzetters geluk met
de voltooiing van een van de iconen van de
voormalige scheepswerf. De aanwezigheid
van de 38 op de plaats waar die thuis hoort,
geeft dit mobiel erfgoed vaste meerwaarde.
Ook voor Heemschut en vooral vanwege die
plek! Iets waar de gemeente Vlissingen
overigens erg aan moest wennen. Voor
een nieuwe woningbouwlocatie is identiteit
Links Maarten van Rossem met vrijwilligers bij de oplevering van de kraan.
Foto: Wesley Sekewael
misschien wel een van de belangrijkste dingen.
De historische context ligt niet alleen op straat,
maar soms zelfs een straatje verder. voor
wie daar oog voor heeft.
Als het om stoom gaat, houdt beschermheer
Maarten van Rossem Vlissingen scherp!
Arjen Drijgers is voorzitter van Heemschut Zeeland.
Scheldestoomkranen 38 en 39 zijn de enige nog bestaande stoomkranen die in Nederland
zelf zijn ontworpen. De scheepswerf bouwde ze zelf. Ze staan geregistreerd als nationaal mobiel
erfgoed met een B status. De bedrijfsarts van De Schelde, Jan Stumphius, adviseerde destijds
de directie van de scheepswerf om de kranen niet te slopen, maar een museaal voortbestaan
te geven. Al in de jaren '40 van de vorige eeuw raakte de bouw van stoommachines op de
achtergrond vanwege meer efficiënte verbrandingsmotoren. Als laatste generatie werden
de Vlissingse kranen na de oorlog toch als stoomkraan gebouwd. Het waren immers zeer
betrouwbare werktuigen gebleken, slijtvast en konden bovendien gestookt worden
met vaste brandstof. Dat zijn allemaal eigenschappen die tijdens de weder-
opbouwjaren goed van pas kwamen.
mers zeer
rde^^^^
43 HEEMSCHUT
Maart 2022