DEVENTER
TAPIJTVERLEDEN
ZICHTBAAR HOUDEN
wmmm
De gemeente Deventer heeft de erfgoedorganisaties Heemschut, Stichting Industrieel
Erfgoed en Stichting Oud Deventer gevraagd mee te denken over een handelings
perspectief waarin kaders voor de transformatie van het terrein van de voormalige
Koninklijke Verenigde Tapijtfabrieken worden vastgesteld. Wat maakt dit fabrieks
complex zo interessant?
Samenhang met kwaliteit
sS.0»®!
SilaSiS"3
1
ffl
- --i
Peter Dekker
In samenwerking met het Deventer stads
bestuur richtten op 24 augustus 1797 George
Birnie en Philippus Sauret de Deventer tapijt-
fabriek op. De fabriek was gehuisvest in de
oude binnenstad van Deventer. In juli 1901
werd de heer J.G. Mouton directeur en fuseerde
de fabriek met de Amersfoortsche Tapijtfabriek
die verder ging onder de naam Koninklijke
Vereenigde Tapijtfabrieken (K.V.T.) Onder zijn
leiding verhuisde de fabriek in november 1902
naar een nieuw gebouw aan de Smyrnastraat,
dat hij, opgeleid als architect, zelf had ontworpen.
De K.V.T. produceerde voornamelijk hand
geknoopte Smyrnatapijten, ook wel Deventer
tapijten genoemd. In deze fabriek werden in
1903-'04 de tapijten geweven voor de Ridderzaal
De oudste productiehal
van het complex.
en het oude gebouw van de Tweede Kamer
in Den Haag. Ook leverde de K.V.T. tapijten
aan het Koninklijk Paleis in Amsterdam.
Na diverse fusies werd het hoofdkantoor in
Rotterdam gevestigd. De belangstelling voor
tapijten, lopers en karpetten nam vanaf het
eind van de jaren '60 af en de concurrentie
vanuit lagelonenlanden deed zich voelen.
De K.V.T. wist zich eerst goed te handhaven
doordat zij zich toelegde op kwaliteits
producten en speciale opdrachten. In 1975
werd het bedrijf overgenomen door het Ierse
Youghal Carpets Ltd. te Cork. De fabriek
in Deventer sloot in 1978. Het complex
is tegenwoordig in gebruik bij
Machinefabriek Geurtsen.
Op het terrein hebben enkele gebouwen
bijzondere architectonische kwaliteiten,
zoals het hoofdgebouw met aangrenzende
productiehal, de watertoren, het ketelhuis
met schoorsteen en het kantoor. Deze
gebouwen zijn door de tijd heen gewijzigd,
maar de oorspronkelijke opzet is nog
duidelijk herkenbaar. Het exterieur van het
hoofdgebouw is relatief gaaf gebleven. De
opzet, gevelindeling en het decoratieve
5ÉB8K2S
WEsSS'Sm
f ïl' 1 H-
s** pt iïi
a
MttJH
MM!j/ija