öHmHTPl
J.BIJLOOS
UOOFD AU DE.
QOLOGMI
TER VERNIETIGING VAN
LEVEND HODFDDNREIN iSS
SEDERT 1876 IN DEN HANDEL IMH
•ALKMAAR
Geur is verbindend
GOUDEN MED. ANTWERPEN I90Ö
LOMD8ES
het nageslacht bewaren? Hoe doe je onderzoek
naar geuren die al lang verdwenen zijn?
Het project Odeuropa: Negotiating Olfactory
and Sensory Experiences in Cultural Heritage
Practice and Research, ontving eind 2020 maar
liefst 2,8 miljoen vanuit het EU Horizon 2020-
programma om het onderzoek naar ons geur-
erfgoed als niet-tastbaar cultureel erfgoed te
doen. Het onderzoek benadert geur zowel
vanuit geschiedenis, kunstgeschiedenis,
computertaalkunde, semantiek, museologie,
erfgoedwetenschap als scheikunde en heeft
nauw contact met experts van culturele erfgoed
instellingen, immateriële erfgoedorganisaties,
beleidsmakers en de geurindustrie.
Projectleider van het Humanities Cluster (HuC)
is Inger Leemans, cultuurhistorica. Het HuC is
een samenwerkingsverband van drie instituten
van de Koninklijke Nederlandse Akademie van
Wetenschappen (KNAW) en de Vrije
Universiteit Amsterdam.
Leemans: 'Geuronderzoek heeft een sterk
verbindende potentie. Erfgoedcollecties en
-verhalen zijn nogal eens sterk versnipperd.
Geur daarentegen kent geen nationale
grenzen, reikt over culturen heen en kan als
geen ander de verbinding leggen tussen landen,
disciplines en culturen. Onderzoekers uit
Nederland, Italië, Engeland, Frankrijk, Duitsland
en Slovenië gaan op zoek naar de geuren zelf,
waar die nog te achterhalen zijn, zoals op
historische plekken, of van geurende voor
werpen in musea. Ook kan literatuurstudie
een interessante bron opleveren. Nogal eens
wordt in historische teksten gerefereerd aan
reukervaringen. Woorden als 'neuswijs' of
'neusgierig' verwijzen eveneens naar de grote
rol die onze neus in het verleden had. Naar dit
soort woorden gaan we actief op zoek. Ook
worden, met sensory mining-technieken
digitale tekst- en beeldcollecties doorzocht op
geurinformatie. Gekeken wordt welke geur-
stoffen veel werden genoemd, welke emoties
eraan werden verbonden, op welke plaatsen
het erg stonk en wat men eraan deed om aan
deze stank te ontkomen. Het is een nog groten
deels onontgonnen terrein, omdat bij onder
zoekers tot op heden vooral aandacht is voor
de andere zintuigen: wat is er te zien, te horen
of te proeven. Het is hoog tijd voor een
herwaardering van de neus! Onze ambitie is
dat musea de geurcomponenten kunnen
toevoegen aan hun tentoonstellingen. Hoe
bijzonder zal het zijn om bij het zien van
bijvoorbeeld Van Goghs Aardappeleters ook
de geursensatie ervan te ervaren?'
29 HEEMSCHUT
Mei 2021
1. Albumblad met een civetkat, anoniem, ca. 1572.
2. Spotprent op Lodewijk Napoleon, anoniem, 1806.
3. J. Bijloos' Hoofd Eau de Cologne ter vernietiging
van levend hoofdonrein. J. Bijloos Alkmaar.
Antwerpen 1906, anoniem, 1906-1915.
4. Gazette du Bon Ton. Art-Modes Frivolités,
reclamemateriaal voor La Bohème parfum van
Arly door Alexander Jevgieneevich Jakovlev uit 1921.
5. Man beoordeelt snuiftabak door Honoré Daumier,
1838.
6. Nootmuskaat, Woodbury Page, 1870-1880.
7. De Reuk, anoniem, 1683-1684.
8. Koning Balthasar, Jacques Bellange, 1602-1616.
9. Rozenwater druppelaar of puntfles met
bloemrozetten en ruiten, anoniem, ca 1724.
Bron beelden: Rijksmuseum