Kader ruimtelijke kwaliteit Italiaans stadsplein Nijmegen spoort toch wel? werkgroep Nijmegen spoort wel geformeerd om de cultuurhistorische aspecten van deze buitengewoon boeiende opgave hoog op de gemeentelijke agenda te krijgen. Daarbij gaat het ons niet alleen om behoud en waar mogelijk restauratie van de waardevolle elementen, maar vooral om de nieuwbouw opgave: Hoe krijgt het oude een betekenisvolle plek in het nieuwe? Alle cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn in een rapport van bureau SteenhuisMeurs keurig op waarde geschat, maar hoe deze straks een plek krijgen in het nieuwe station blijft vooralsnog onduidelijk. Vooral het bijeen brengen van de architectuur van zowel Peters als Van Ravesteyn in een welsprekend nieuw station, vormt een enorme uitdaging. Door Ziegler|Branderhorst stedenbouw en architectuur is een 'Kader Ruimtelijke Kwaliteit' opgesteld. Dat stelt volgens ons de juiste vraag, namelijk: 'Hoe verzoenen we Peters en Van Ravesteyn?' Maar de voorgestelde oplossingen zullen Nijmegen naar wij vrezen geen 'stads poort van allure, die haar geschiedenis serieus neemt' geven! De Petersgevel, die nu verborgen zit achter winkelruimten en een reeks in- en uitcheckpoortjes wordt 'opengemaakt' en geres taureerd, maar hoe dat moet, is nog lang niet duidelijk; er lijkt te weinig ruimte om de gevel echt vrij te maken. De gevel van Van Ravesteyn wordt ook 'zoveel mogelijk' gerestaureerd. Dat spreekt ons zeker aan, maar hoe die twee bij elkaar worden gebracht, blijft in het vage. Daar denkt de werkgroep maar al te graag bij mee. In de stukken wordt het begrip Weiterbauen geïntroduceerd. In Duitsland is dat al een traditie. Voortbouwen op wat er al staat, niet slaafs imiterend maar eigenzinnig en eigentijds een betekenisvolle relatie met het verleden zoeken. Het voorbeeld waarnaar verwezen wordt is de galerie die David Chipperfield op het Museum- insel in Berlijn heeft neergezet. Denken in deze richting lijkt ons een heel goede weg, maar wat noodstation. Nu resten ons alleen nog een gevel op perron 1, twee wachthuisjes op perron 3/4 en de kappen op de perrons. In de jaren '50 ontwierp de architect Sybold van Ravesteyn (1889-1983) vervolgens een nieuw station. Met de schaarse middelen die toen be schikbaar waren, is er een karakteristiek gebouw verrezen, dat in hoofdzaak bestaat uit een op een Italiaans geïnspireerd stadsplein met een arcade en in het midden een heuse campanile. In de loop der jaren werd het station veelvuldig verbouwd om het steeds toenemende aantal reizigers te kunnen verwerken en de verkeersknoop wat een station ook is, te laten functioneren. Zo is station Nijmegen nu een ratjetoe waarvan de schoonheden nog maar moeilijk zijn te ontwaren. Dit spannende maar vooralsnog vormeloze geheel gaat nu volledig op de schop. Nijmegen wordt aangesloten op het landelijk hoogfrequent spoornetwerk, aantallen reizigers zullen fors toenemen en er komt een nieuwe entree aan de westkant. Voor ProRail is dit de aanleiding om het station volledig te verbouwen en voor de stad betekent dit een kans om het station de allure van weleer op een eigentijdse manier terug te geven. Tevens is het dé kans de verloederde omgeving van het station weer vorm te geven. Voor de stad is dit de komende jaren ongetwijfeld de belangrijkste bouwopgave. Heemschut Gelderland-kring Nijmegen heeft met een aantal organisaties in de stad de •"Vrt HEEMSCHUT 10 Februari 2021

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2021 | | pagina 10