Onderwijsvernieuwing en bouwfasen Inventarisatie Verschillende typen Landelijk gezien zijn tussen 1954 en 1968 de meeste scholen in de dichtbevolkte pro vincies Noord- en Zuid-Holland gebouwd, waar al veel ambachtsscholen uit 1890 1940 stonden. Deels ging het om vervan gende nieuwbouw van scholen van rond 1900. In de provincies Groningen en Over ijssel waren tot 1940 minder ambachts scholen gebouwd; hier zijn dan ook de meeste scholen gebouwd in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf midden jaren '60 kwamen veel ambachtsscholen leeg te staan. De in de jaren '50 verbouwde en uitgebreide scholen voldeden niet meer aan de eisen van de tijd en het onderwijsprogramma. Tussen 1964 1980 zijn hierdoor dan ook veel ambachts scholen gesloopt. Nieuwe scholen waren nodig en deze werden voornamelijk in nieuwbouwwijken gebouwd. Complete en redelijk gave technische scho len uit de periode 1945-1968 worden nu zeldzaam. Het brede palet aan tussen 1890 en 1968 ontwikkelde gebouwtypen is niet meer zichtbaar. Vanuit bouwhistorisch per spectief is dit een zorgelijke ontwikkeling. Het ontbreekt aan beleid op rijksniveau en de complexen zijn vaak te groot en te kost baar voor gemeentelijk monumentenbeleid. In het technisch onderwijs kwam na de oor log meer aandacht voor Algemeen Vormend Onderwijs (AVO). Ook andere ontwikkelin gen hadden invloed op de vormgeving van de scholen. Regelmatig vonden verbouwin gen en uitbreidingen plaats, architectonisch De LTS in Vroomshoop. en in materiaalgebruik herkenbaar. Vaak werden de hoofdgebouwen van een extra bouwlaag voorzien. Ze horen bij het ver nieuwd onderwijs; iets dat als argument zou moeten gelden voor bescherming en aan wijzing als monument. Complexen uit meerdere bouwfasen zijn nu zeldzaam. Veel zijn geheel of gedeeltelijk gesloopt. Voor zover bekend bestaan er uit de periode 1945-1958 nog maar zes exem plaren. Landelijk gezien zijn er uit deze bouw periode nog zestien grotendeels complete en onaangetaste complexen, waarvan slechts twee een monumentenstatus hebben. In de jaren '80 en '90 werden scholen uit gebreid met praktijkvleugels, die meestal een plat dak hadden. Maar ook kwamen nieuwe hoofdgebouwen tot stand. Tussen 1945-1958 kwamen ca. negentig schoolcomplexen tot stand, in de tien jaar daarna een zelfde aantal. Bij de schoolge bouwen gebouwd voor 1958 hadden alle prijkvleugels slechts één bouwlaag en ston den haaks op het hoofdgebouw, dat meer dere verdiepingen telde met een kap. Bij ca. veertig scholen werden in de jaren '50 driehoekige lichtstraten toegepast. Van de twintig exemplaren met sheddaken zijn de meeste geheel of gedeeltelijk gesloopt. In de jaren '60 werden op de platte daken vaak lichtkoepels toegepast, een goedkopere vari ant. Na 1958 kregen alle nieuwbouwscholen platte daken en praktijkvleugels van één bouwlaag. Het zijn bijzondere voorbeelden van bouwkunst, uit een periode die betrek kelijk kort achter ons ligt. Het merendeel is echter gesloopt. Onder de resterende 34 zijn er slechts acht als monument beschermd! Bij de inventarisatie van de lagere ambachts scholen of technische scholen onderschei den we de volgende typen. EÉN BOUWLAAG MET KAP 1948-1955 Deze scholen werden vooral gebouwd in het noorden, oosten en in Brabant. Het betreft 27 complexen, waarvan twaalf zogenaamde H scholen, waarbij de parallel gelegen vleu gels verbonden waren met het hoofdgebouw, dat later met bouwlagen werd uitgebreid. Het complex in Wijchen uit 1952, een gemeen telijk monument, en dat in Oudenbosch uit 1951 zijn nog over. Oudenbosch, gebouwd in twee fasen, wordt met sloop bedreigd. TWEE BOUWLAGEN MET KAP 1951-1955 Dit is het meest gebouwde type. Tussen 1951 en 1955 zijn er 37 gebouwd, vooral in de hierboven genoemde gebieden. Er restten slechts negen complete en redelijk gave voorbeelden met een eenlaags prak tijkvleugel. Het betreft een complex met meerdere bouwfasen in Vroomshoop uit december 2020 HEEMSCHUT De LTS in Oudenbosch.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2020 | | pagina 9