Kantoorkolossen elders Grillige contouren Leeuwenburg in avondschemer vanuit het westen. sen de Amstel en het station Amstel. Bij oplevering in 1976 was het met 64.000 m2 het grootste kantoorpand in de stad. Het werd aangekocht door de Rijkspostspaar bank die er tot eind jaren '90 zat. Daarna werd het verhuurd aan de Hogeschool van Amsterdam. Bij het ontwerp werd reeds uitgegaan van onbekende toekomstige gebruikers, waar door het gebouw zo flexibel mogelijk werd ingedeeld. In het gebouw toont zich deze behoefte onder meer in een geknikte schijf van zestig meter hoogte en een aanpalend lager gedeelte, oorspronkelijk bedoeld als voetgangersgebied met winkels en horeca op de begane grond en kantoorlandschap pen op de bovengelegen verdiepingen. De gevels zijn opgetrokken uit gestandaar diseerde, rechthoekige panelen van licht uitgewassen grindbeton met diepe venster openingen die het gesloten, bunkerach tige aanzicht van het complex bepalen. De hoeken van alle gevels en de verschillende opbouwen zijn geheel afgerond; dit plas tische kenmerk is bepalend voor de hoge kwaliteit van het gebouw. Om de verder gesloten gevelwanden enig reliëf te ver lenen zijn op verschillende niveaus terug springende en van oorsprong toegankelijke galerijen opgenomen. Het openbare voetgangersgebied op de begane grond is nooit gerealiseerd. Wel is later in het centrale gedeelte een lichthof aangebracht met daaronder een promi nente trap. Bij de trappenhuizen zijn de oor spronkelijke geprofileerde betonnen pane len bewaard gebleven. Zanstra ontwierp ook de plantenbakken, lampen en een massieve trappartij aan de buitenzijde. Tezamen met het robuuste torenvolume, de terrasachtige opzet van de laagbouw en de sculpturale trap- en lifthuizen op de daken dragen deze elementen bij aan de grillige contouren van het gebouw. Leeuwenburg lijkt in omvang, opbouw en materialisering op het in 1968 opgeleverde kantoorgebouw voor de Postcheque- en Girodienst van architectenbureau Van den Broek en Bakema in Arnhem, dat in 2019 werd getransformeerd tot appartemen tencomplex. Ook het in 2018 gesloopte CBS-gebouw in Voorburg van Van Mourik en DuPon, gebouwd in de periode 1971 1974, past in deze traditie. Een duidelijke navolging van Leeuwenburg is het Einstein- gebouw aan de Kabelweg 21 in Amsterdam, eind jaren '70 ontworpen door architecten bureau INBO. De gevelopbouw is echter minder plastisch en de hoeken zijn afge schuind in plaats van afgerond. Verder is het expressieve kantoorgebouw De Beurs in Almere uit het begin van de jaren '80 inte- ressant. Dit pand achter het station heeft nog geen herbestemming maar toch heeft de gemeente bepaald dat de karakteris tieke uitstraling bewaard dient te blijven. Leeuwenburg, en kantoorgebouwen über haupt, spreken niet direct tot de verbeelding van het grote publiek. Toch neemt in Neder land de waardering voor deze kantoorbun kers toe. Het zijn juist de compromisloze schaal, de grillige contouren en het sculp turale betongebruik die deze architectuur zo wezenlijk anders maakt dan de strakke blokken uit de wederopbouwperiode en de kleurrijke kantoorpaleizen uit de laat ste twee decennia van de twintigste eeuw. Bovendien heeft Nederland überhaupt wei nig brutalistische gebouwen, wat dit jonge en schaarse erfgoed nog waardevoller en kwetsbaarder maakt. De huidige gebruiker van Leeuwenburg, de Hogeschool van Amsterdam, zal het pand in 2022 verlaten. Het is niet onwaarschijn lijk dat het stoere en relatief gave aanzicht daarna zal worden gemoderniseerd. Het tegenover Leeuwenburg gelegen kantoor verzamelgebouw Rivierstaete van Maas kant, ontworpen in 1967 en in 2018 gere noveerd, is een confronterend voorbeeld van deze pimpzucht. In het kader van Post 65 is het daarom zaak deze karakteristieke kantoorarchitectuur uit de jaren '70 in Neder land beter in kaart te brengen en deze bij renovaties en transformaties te beschermen. In oktober maakte de gemeente Amster dam bekend het voornemen te hebben Leeuwenburg aan te wijzen als gemeente lijk monument, juist vanwege de hierboven beschreven waarden. David Geneste is architectuurhistoricus december 2020 HEEMSCHUT 33

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2020 | | pagina 33