Toegangspijler op drift Baurscheidt en Sint Jan ten Heere De Buytenhof Sint Jan ten Heere werd gebouwd door de Antwerpse bouw meester J.P. van Baurscheidt de Jonge in opdracht van de Middelburgse regent en bewindvoerder der West- Indische Compagnie Johan Pieter van den Brande (1707-1758), gehuwd met Maria van Reygersberge. Van Baur- scheidt, meester van het ornament, was opgeleid als beeldhouwer. Naast architect van veel buitenhuizen en stadspaleizen was hij vaak ook de algemene aannemer, soms (deel-) uitvoerder. Zeker de leverancier van al het beeldhouwwerk dat naar zijn ontwerp in eigen ateliers bij de steen groeven in België werd gemaakt. Jaap Minderhoud. Sint Jan ten Heere (Sint Jan t'n Éere) is een buurtschap op Walcheren tussen Aag- tekerke en Westkapelle. Je bent er voor bij voor je het in de gaten hebt, ware het niet dat de gemeente Veere heeft geïn vesteerd in de herkenbaarheid van haar buurtschappen en gekrompen nederzettin gen. Duidelijk gemarkeerd met borden als lieu de memoire in het landschap. Bewust gemeentelijk beleid voor erfgoed dat anders geruisloos van de kaart en uit de herinne ring zou verdwijnen. Ooit was er in de Middeleeuwen een kloos ter van de hospitaalorde Sint Jan van Jeruzalem, Rhodos en Malta. Vandaar de naam. Later ontstond, vlak in de buurt, de voorname buitenplaats met die naam Sint Jan ten Heere. En ook die buitenplaats is afgebroken in de tweede helft van de 19de eeuw. De inundatie van Walcheren in 1944 wiste de laatste resten van herkenning in het landschap zo goed als uit. Is er dan niets meer te herkennen van de naamgevers aan de buurtschap. Jawel; je hebt er nog een Herenweg en een Prelaat- weg. Van de vliedberg aan de Herenweg wordt vermeld dat die is opgeworpen of later opgehoogd met grond uit de waterpartijen van de buitenplaats. Min of meer een folly dus, ooit onderdeel van de rijke parkaanleg van de buitenplaats die nog door stadhou der Willem V werd bezocht. De afbeeldingen laten de grandeur zien en in de beschrijving tref je termen van een Buytenhof en Vorste lijke Plantage. Jaap Minderhoud heeft de buitenplaats zelf niet gezien maar lang geleden wel een oog getuige gesproken die zich herinnerde dat begin 20ste eeuw een grote monumentale toegangspijler van de buitenplaats op een boerenwagen was weggereden. Die was al goeddeels in de klei weggezakt. Die entree pijler was vervolgens in de tuin beland van, voorheen, notaris Loef te Koudekerke. Een paar jaar geleden heeft Minderhoud die ppijler kunnen kopen en voor zijn woning in het buitengebied neer laten zetten, met als uiteindelijk doel terug naar St. Jan ten Heere. En tot die tijd vertelt hij het Water schap dat het maar tijdelijk is dat die paal daar zo vlak aan de weg staat. Sint Jan ten Heere bestond uit een hoofdgebouw en twee zijvleugels. Voor de inspiratie is een referentie aan Huis ten Bosch verondersteld. In de tuin bevonden zich stallen, een koetshuis, orangerie en een Chinese tempel. De fraai bewerkte koepel van het buiten werd alom geloofd, had een hoogte van wel twintig meter en een heerlijke omgang met vergulde ballustrade. De tuinen in regence stijl, met ver gezichten, zichtassen, vijvers, nissen met beelden, was aangelegd naar het eerste voorbeeld uit de toen net ver schenen La Théorie et la Pratique de Jardinage van Dezallier d'Argenville. Van Baurscheidt moet hiermee goed bekend zijn geweest en bracht zo zijn Franse oriëntatie in de Noordelijke Nederlanden aan de man. Eigenaar Johan Pieter van den Brande was hartstochtelijk met zijn groene lusthof verbonden. Ook het beheer van een deel van de door gaande weg viel hem toe. Dankzij een proces bij de Hoge Raad tegen onge wenst onderhoud door het Water schap weten we hoe zwaar hij dit liet wegen. Wie Satan bevoegt sy luy om zoo in myn hout te kappen. september 2020 HEEMSCHUT 7

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2020 | | pagina 7