Nieuwe kansen Historisch haarvatenstelsel Landelijke belangstelling oudsher vele stegen. Het waren meestal de eerste wegen binnen de ommuring, niet veel breder dan een boerenkar. Vaak waren het bedrijvige plekken die de stadspoorten met pleinen en grachten verbonden en ook open ruimten achter de gebouwen en grachten ontsloten. Stegen waren verbindend, soms doodlopend - in dat geval heten ze slop. Veel stegen, gangen en sloppen zijn metter tijd volgebouwd, vooral toen de druk op de stedelijke ruimte tijdens de industrialisatie groter werd. Niet alleen vulden ze zich met werkplaatsen en pakhuizen, ook, vanwege de bevolkingstoename, met eenvoudige een- kamerwoninkjes voor mindervermogenden. Nolden constateerde op zijn Utrechtse zoek tocht dat veel stegen hun openbare functie zijn kwijtgeraakt of dreigen te verliezen en door winkels en horeca als opslag worden gebruikt. 'Eeuwig zonde, dit ongebruikte potentieel,' aldus Nolden, 'zeker in een stad als Utrecht, waar bewoners behoefte hebben zich aan de stedelijke hectiek te onttrekken.' Stegen bieden volgens Nolden, mede in het licht van de stedelijke opgaven van onze tijd, juist kansen. Bijvoorbeeld bij de ver- dichtingsopgave van de stad, 'uiteraard met grote zorgvuldigheid.' Denk aan het overklui zen ervan, iets wat in de geschiedenis veel gebeurde, of aan het toevoegen van ate liers of andere functies in de plinten, om die levendiger en volwaardiger onderdeel van de stad te maken, zoals voorheen. Ook kunnen stegen alternatieve doorgaande wandelrou tes door de stad bieden en kwalitatief hoog waardige openbare ruimte toevoegen. Ste gen bezitten, door hun microklimaat, soms unieke ecologische waarden en vergroten de stedelijke biodiversiteit én bieden broodno dige 'lucht en ruimte' - fysiek en mentaal - voor het drukke stedelijke leven. Toch komen die functies, door het gebrek aan openbaar heid of door de povere conditie waarin ze verkeren, vaak magertjes uit de verf. Nolden: 'De grootste bedreiging is het gebrek aan waardering voor stegen en het liefdeloze gebruik ervan. Op zich is die tweeslachtige houding ten opzichte van die tweede, luwe stad begrijpelijk. Stegen hebben voor velen iets bedreigends; het zijn plekken tussen publiek en privaat, zonder sociale controle, er kunnen zich mensen 'ophouden'. Bewo ners maken de steeg waaraan hun huis is georiënteerd vaak privé door die af te slui ten, om een drempel op te werpen tegen ongewenste gasten. Het grote potentieel van het karakteristieke, historische haarva tenstelsel blijft hiermee ongebruikt. Dat is jammer, omdat de stad op die manier dicht slibt. Uiteraard is de vraag hóe je die stegen volwaardiger onderdeel maakt van de stad. Daar moet je het met elkaar over hebben. Het is zeker niet mijn wens om eenzelfde 'saus' te leggen over alle stegen van de stad, met toelichtende borden en uniforme lampen. Sterker, ik ben een absoluut tegen stander van dit soort kermis. Stegen hebben hun herkenbare eigenheden, waaruit hun historische afleesbaarheid spreekt. Laat dat vooral zo blijven. Wel is een goed verhaal nodig en ontwerpbeelden en impressies van mogelijk toekomstig gebruik.' Inmiddels worden Noldens bevindingen serieus genomen en heeft hij er het lan delijke nieuws mee gehaald. De gemeente Utrecht betrekt hem bij de opstelling van de Omgevingsvisie en hij adviseert andere ste den, waaronder Arnhem, Dordrecht en Hee renveen, over hun stegenbeleid. Een boek over de steeg als stedelijk fenomeen is in voorbereiding. Dat de Utrechtse stegen hiermee gered zouden zijn is overigens niet zo. De pri vatisering lijkt vooralsnog door te zetten, getuige een voor Nolden nieuw hek bij een doorgang achter het Neude, aan het einde van de rondwandeling. Wel is het gelukt om de stegen op de agenda te zetten en er belangstelling van steeds meer gemeenten voor te krijgen. Voor meer informatie zie de website van Nolden: www.freelandschap.nl juni 2020 HEEMSCHUT 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2020 | | pagina 29