Sluisjes terug?
Watersnoodhuisjes
OVERIJSSEL
Deventer - Stichting Oud Deventer wil samen
met Heemschut Overijssel en Stichting Indus
trieel Erfgoed het oude sluisje met landhoofden
en sluiskolk in het Deventer Sluiskwartier weer
zichtbaar maken. Onder leiding van Chris Grif
fioen, oud-medewerker van Waterschap Drents
Overijsselse Delta, is een plan uitgewerkt. Dit
plan is onderdeel van de besprekingen over de
herontwikkeling van het Sluiskwartier, die de
erfgoedorganisaties met de gemeente Deven
ter voeren.
Het Sluiskwartier vormt een van oudsher mili
taire en industriële zone, die van de binnenstad
van Deventer gescheiden werd door de oude
haven. Het gebied lag binnen de vesting, maar
werd al voor de slechting gedeeltelijk ingericht
met werkplaatsen en pakhuizen. De oude
haven vormde de barrière tussen de binnen
stad en het Sluiskwartier, een rol die in de 20ste
eeuw werd overgenomen door de Wilhelminab-
rug. Na de slechting van de vestingwerken werd
de kade van het Pothoofd gebruikt voor laden
en lossen en ontstond een nieuwe verbinding
met Borculo en Zutphen door de tramlijn die
werd aangelegd. In de 19de eeuw kwam ook de
verbinding tussen het Overijssels Kanaal en de
IJssel in dit gebied te liggen. De Pothoofdsluis
zorgde voor de verbinding van de IJssel en oude
haven met de buitengracht en vervolgens via
de oude loop van de Schipbeek met het Over
ijssels kanaal.
Op basis van de cultuurhistorische beschrijving
is binnen het Sluiskwartier een aantal structu
ren en elementen te benoemen die vanuit cul
tuurhistorisch en historisch stedenbouwkundig
perspectief waardevol zijn. Het gaat dan onder
meer om de sluiskolk, Raambrug en de sluis
wachterswoning. Met het gedeeltelijk zichtbaar
maken van de landhoofden en de sluiskolk zou
een waardevol element aan het stedenbouw
kundig ensemble toegevoegd kunnen worden.
Peter Dekker
GELDERLAND
Druten, West Maas en Waal - De hoge water
stand door inundatie vanwege de dijkdoorbraak
in Nederasselt, de storm en het op drift gera
ken van de vele bomen, heeft bij de waters
nood van 1926 vele honderden woningen bijna
totaal vernield. De periode erna trok diepe
sporen in de maatschappelijke verhoudingen,
ondanks dat er geen doden te betreuren waren.
De afhandeling van de schade aan de wonin
gen, veelal krotwoningen, bracht vele pennen in
beweging. De duizenden bewoners van de door
het hoge water vernielde woningen werden door
de autoriteiten slecht behandeld. Pas anderhalf
jaar na de ramp kwamen Kamerleden op werk
bezoek. Ze troffen een troosteloze situatie van
grote gezinnen in slechte houten keten. Via de
nationale collecte werd een bedrag van bijna
vier miljoen gulden ingezameld. De regering liet
het afweten een bijdrage te leveren.
In 1927 werd begonnen met de bouw van 275
zogenaamde watersnoodwoningen, vrijstaand
en op ruime kavels. De kosten waren 2.600 gul
den per woning. De meeste werden bezwaard
met een hypotheek, die voor de armen niet was
op te brengen. Ze werden daarop gekraakt en
bij een executieverkoop opgekocht door meer
kapitaalkrachtige burgers. Een jaar later waren
er nog vijftig gezinnen met ca tweehonderd
kinderen, die in aanmerking kwamen voor een
woning. Opnieuw werd geld ingezameld voor de
bouw van extra woningen in blokjes van twee.
Deze zijn de geschiedenis ingegaan als wonin
gen van de Schuytstichting, genoemd naar de
toenmalige burgemeester van Wamel. In totaal
werden er 325 gebouwd, verdeeld over de dor
pen in de gemeenten Druten en West Maas
en Waal. Veel zijn nog aanwezig, een aantal
is sterk aangepast aan de huidige tijd. Andere
zijn nog enigszins origineel in detaillering van
ramen, deuren en daklijsten. De laatste jaren
wordt er veel gesloopt, omdat het bouwkavel
gunstig is gelegen.
Uit oogpunt van de watersnoodgeschiedenis
pleit Heemschut Gelderland voor aanwijzing
van een selecte groep. Ze komen echter op
geen enkele inventarislijst voor. Haast is gebo
den. De gemeenten Druten en West Maas en
Waal zal om een inventarisatie en waardenstel
ling verzocht worden.
Jan Reijnen
Gezicht op de ingang van de voormalige
sluiskolk.
juni 2020 HEEMSCHUT 17