400 jaar
Het landelijke bureau van Heemschut is al meer dan vijftig jaar gevestigd in een van de meest iconische
panden van Amsterdam: het 17de-eeuwse Korenmetershuis aan de Nieuwezijds Kolk. In juli bestaat het oude
gildehuisje 400 jaar. Heemschut komt daarom met een boek in de vernieuwde Heemschutserie over de
veelzijdige geschiedenis van het gebouw.
Christian Pfeiffer
Korenmetershuis
Tekening van het Korenmetershuis in de 18de eeuw door Paulus van Liender (1731-1797).
De Nieuwezijds Kolk ligt midden in het oude
centrum van de hoofdstad. Zoals de naam
al doet vermoeden, was het vroeger een
kolk, een voorziening om het overtollige
water af te voeren vanuit de achterlanden
naar de rivier de Amstel. In de late mid
deleeuwen wordt de kolk gedempt en ver
schijnt er een pleintje, uniek in de dichtbe-
bouwde binnenstad in Amsterdam. Op dat
kleine stukje open grond is eind 16de eeuw
het eerste onderkomen voor het stadsgilde
van de Korenmeters gebouwd. Dat gilde is
binnen de hoofdstad en aan de vooravond
van de Gouden Eeuw uitgegroeid tot een
van de meest belangrijke gilden. De Koren
meters controleren al het graan dat in de
Amsterdamse haven wordt binnengebracht
en verhandeld op de Korenbeurs. Door die
controles kan de stad de juiste belastingen
heffen. De graanhandel wordt ook wel als
'de moedernegotie' beschouwd. De econo
mische bloeiperiode in de 17de eeuw vindt
haar oorsprong in deze belangrijke handel,
het vliegwiel voor de handel met andere
Europese landen.
Om die status te benadrukken is begin 17de
eeuw besloten het eerste Korenmetershuis
te vervangen door een nieuw gebouw. Op
7 juli 1620 werd de eerste paal van het
nieuwe Korenmetershuis in de grond gesla
gen en op 13 juli de eerste steen gelegd.
Het vrijstaande huisje toont nog steeds de
pracht en praal van weleer. Wie voor het
Korenmetershuis staat, weet dat het is
gebouwd om indruk te maken. Met het hoge
basement torent het boven de wandelaars
uit. Het Amsterdamse stadswapen met de
keizerskroon prijkt boven de deur.
10 juni 2020