Het doet even vreemd aan: twee benzinepompen vlak voor de kansel van een kerk. Maar de kerk is niet
langer een godshuis en de pompen staan er vanwege een tentoonstelling over de rijke historie van de
garages in de provincie Groningen: Vanouds is dit een autoprovincie.
Autovervoer populair
Eric Le Gras
Garages van de 'Groninger'
Amsterdamse School
De Garage te Houwerzijl.
'De Gereformeerde Kerk in Onderdendam is
tegenwoordig een centrum voor de bouw
kunst van de Amsterdamse School in de
provincie Groningen', vertelt Hans Stoelinga
van de stichting die activiteiten program
meert in 'De KERK', de nieuwe naam van
het gebouw. Hij spreekt trouwens liever van
de 'Groninger' Amsterdamse School: 'We
zijn hier toch wat minder uitbundig dan in
Amsterdam en dat zie je terug in de vormen
die vaak strakker zijn.'
Heel nuchter zijn de Groningers nu ook weer
niet. Stoelinga: 'De architecten die actief
waren in het Groningen van de jaren twin
tig en dertig van de vorige eeuw, hadden
contacten met de schilders van De Ploeg.
Die kijk op de wereld is weerspiegeld in de
kleurrijke glas-in-loodramen bijvoorbeeld
hier in de kerk.'
Die architecten bouwden niet alleen kerken,
villa's of wijken bij dorpen of steden: 'De
auto was in opkomst en het ging Groningen
Foto's: auteur
in economisch opzicht voor de wind. Dat
betekende dat er meer behoefte kwam aan
vervoer en dat de auto snel populair werd.'
Groningen is vanouds een autoprovincie.
De eerste auto die in Nederland een ken
tekenplaat kreeg, nummer 1 uiteraard, was
eigendom van de Groninger Willem Allard
van Dam en de eerste Nederlandse lijnbus
reed in 1912 van Usquert via Onderdendam
naar de stad Groningen. Toen de behoefte
aan vervoer toenam, vertelt Stoelinga,
gingen sommige autobezitters passagiers
meenemen en zo ontstonden de eerste
taxibedrijven. 'Andere ondernemende lie
den, vaak waren dat smeden, gingen in
Hans Stoelinga bij de tentoonstelling in 'De
KERK'.
8 maart 2020