w:
i5pk
Waterschade en restauratie
cl .L^Pö 4
a
en herplaatsen van beide behangsels. Die
begrootte het werk op 375 gulden. Uitein
delijk kwam hij uit op 425 gulden, waar Van
der Meulen 25 gulden vanaf wist te krijgen.
Niet alle vellen bleken opnieuw bruikbaar,
waardoor in de nieuwe bestuurskamers een
lambrisering aangebracht moest worden.
Door te hoog te stoken werd het in de ver
trekken erg droog, waardoor de vochtge-
voelige goudleren behangsels scheurden.
Daarom moest Van Klaveren in september
1907 terugkomen, waarvoor hij 57 gulden
rekende. In april 1942 - zo bleek uit notities
achter het behang - vonden er nogmaals
reparaties plaats. Dit keer door een plaat
selijk bedrijf dat gespecialiseerd was in zon
neschermen.
Op 23 juli 1996 werd het weeshuiscomplex
door brand getroffen waarbij een deel van
de kap is verwoest. De interieurs bleven
gelukkig gespaard, maar de twee goudleren
behangsels liepen door het bluswater zware
beschadigingen op. Ze werden in allerijl
afgenomen en tijdelijk opgeslagen. Tot res
tauratie kwam het niet. Sinds 2016 stelt de
gemeente, bijgestaan door de Vereniging
Oud Enkhuizen en een groot aantal deskun-
Het goudleerbehang uit de regentenkamer voor de brand in 1996.
digen van de Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed en diverse musea, alles in het werk
om de restauratie en de herplaatsing van dit
zeldzame erfgoed mogelijk te maken. Hoe
wel het pand niet meer in bezit is van de
gemeente, acht deze zich nog steeds ver
antwoordelijk voor het goudleer.
Eloy Kodeweij is senior specialist histori
sche interieurs bij de RCE, Gerrit Vermeer
is kunsthistoricus, werkzaam bij de VU en
bestuurslid Vereniging Oud Enkhuizen.
Regentessenkamer, begin van de 20s" eeuw.
30 december 2019