Bussink Koekfabriek
HEEMSCHUT /I
Drentse cafeverandas
OVERIJSSEL
Deventer - Tijdens de Open Monumentdagen
maakte wethouder Carlo Verhaar bekend dat
vier gebouwen in Deventer op verzoek van
Heemschut tot gemeentelijk monument zijn
aangewezen. Dit zijn de voormalige vrouwen-
arbeidsschool (1925), het wijkgebouw van de
Nederlands Hervormde Gemeente (1954), het
hoofdkantoor van Thomassen Drijver (1958)
en de Maranathakerk (1992). Vooral de aan
wijzing van de Maranathakerk noemde de wet
houder bijzonder want deze behoort nu tot de
jongste monumenten van Nederland.
Heemschut Overijssel zag ook graag de Bussink
Koekfabriek uit 1952 aangewezen. Hierover
heeft de gemeente Deventer nog geen besluit
genomen, omdat de eigenaar van de fabriek
Continental Bakeries de monumentensta
tus niet wil. 'Noodzakelijke aanpassingen aan
het gebouw voor het productieproces kun
nen dan mogelijk niet doorgevoerd worden.',
aldus de eigenaar. In de fabriek wordt
actief
de vermaarde Deventer Koek gebakken.
Dit verzoek om aanwijzing heeft alles te maken
met de plaats die het architectenbureau
Postma innam na de Tweede Wereldoorlog. Als
een van de grootste architectenbureaus van
Nederland realiseerde het bureau veel grote
bedrijven, waaronder Vredestein in Enschede,
Daf in Eindhoven en de NDSM in Amsterdam.
Op Curagao ontwierpen ze een raffinaderij voor
Shell. Veel van deze bedrijven zijn de afgelo
pen decennia afgebroken. Het bijzondere van
de ontwerpen van het bureau is, dat ze vorm
geving en constructie van de fabrieken zoda
nig wisten te combineren dat ze kwalitatief
uitstegen boven de standaardproducten voor
fabrieksconstructiebedrijven. De functie van
een fabrieksgebouw is onmiddellijk te herken
nen, maar wel met oog voor de technologische
vernieuwingen in die tijd, zoals grootschalige
betonbouw en de schaaldakconstructies. Deze
evolutie is feitelijk gestart met de Bussink
Koekfabriek, een degelijk en sober fabrieks
gebouw met subtiele betonnen versieringen
en de eerste toepassing van schaaldaken. Een
goed voorbeeld van een gaaf bewaard gebleven
kleinschalig fabrieksgebouw uit de naoorlogse
periode, een prototype in het klein van groot
schalige fabrieksgebouwen, die volgden en die
er nu vaak al niet meer zijn. Heemschut Overijs
sel hoopt dat de fabriek alsnog op de gemeen
telijk monumentenlijst geplaatstzal worden.
Peter Dekker
DRENTHE
Cafés vervullen een belangrijke sociale func
tie. In Drenthe ontstonden ze in rudimentaire
vorm al vele eeuwen terug. Bijna altijd waren
ze gekoppeld aan een boerenbedrijf, waar ook
huishoudelijke zaken werden verkocht zoals
zeep en petroleum. In de boerderij was dan een
ruimte voor cafégasten ingericht, waar hoofd
zakelijk jenever werd geschonken.
Begin van de 20ste eeuw ontstond behoefte aan
Tot woonhuis verbouwd café met veranda.
een andere vorm van cafébezoek, tegenwoor
dig zouden we spreken van recreatief bezoek.
Voor die nieuwe gasten bouwde de caféhouder
aan de voorzijde van het bestaande boerencafé
een veranda. Daarmee manifesteerde hij zich
aan een breder publiek dan alleen de dorpsbe
woners. De veranda was de vertaling van het
café naar buiten. Ze werden meestal in hout
uitgevoerd, kregen een open constructie en
waren ronduit een succes.
Na de Tweede Wereldoorlog verminderde het
enthousiasme van het publiek. Rond de jaren
zestig van de vorige eeuw verdwenen veel
veranda's, vaak samen met het café zelf. Toch
zijn ze nog te vinden en de oude liefde bij het
publiek bloeit nu weer op.
Heemschut Drenthe gaat de verdwenen en nog
aanwezige veranda's inventariseren en docu
menteren. Het doel is een publicatie samen te
stellen in het kader van erfgoed en erfgoedbe-
houd in Drenthe.
Gerard de Vries
december 2019 HEEMSCHUT 15