in Middelburg en de rest van Nederland
POTTENMARKT
Ik belde aan om een pakje af te geven in de Eigenhaardstraat. Het duurde
even voordat werd opengedaan. Had dus tijd om de gevel te bekijken en
zag toen voor het eerst van mijn leven een straatnaambordje met een barst.
Jan Moekotte
Archiefonderzoek
Primeur in Nijmegen
Monumentale
straatnaambordjes
Door die barst kon dat bordje niet van staal
zijn, moest het wel van steen zijn. Ontdekte
daarna, met nieuwe ogen, al snel dat het nog
wemelde van stenen straatnaambordjes,
dat Middelburg minstens honderd van die
bordjes rijk was. Terwijl de meest gangbare
straatnaambordjes van geëmailleerd metaal
op de gevel zijn geschroefd, zijn de stenen
bordjes doorgaans in de gevel geplaatst.
Een bewerkelijke manier van bevestigen.
Daarvoor moest immers in de gevel een
uitsparing gekapt worden. Vergelijk het met
opbouw- en inbouwstopcontacten.
In het gemeentearchief van Middelburg
stuitte ik op rekeningen van de Firma Gil
let uit Parijs. In juni 1885 bracht Gillet de
gemeente Middelburg 361 gulden en 41
cent in rekening wegens de levering van
honderd geglazuurde stenen straatnaam
bordjes. Op 12 april 1886 leverde dezelfde
firma nog eens 84 plaques indicatives de
rues. Lave émaillée, grand feu, fond blue,
caractères blanc. In mei van het jaar daarop
volgde een laatste levering van 66 bordjes.
De prijs was inmiddels gestegen van gemid
deld drie gulden en zestig cent per bordje
naar vier gulden en vijfendertig cent.
In de veronderstelling dat de Middelburgse
straatnaambordjes uniek waren voor Neder
land, was ik van mening dat de gemeente
Middelburg ze wel een monumentale sta
tus mocht geven. Tevreden staakte ik mijn
zoekwerk en schreef er een artikeltje over
voor de 'Wete', het kwartaalblad van de
Heemkundige Kring Walcheren.
Later ontdekte ik dat Middelburg toch min
der uniek was dan in de 'Wete' werd veron
dersteld. Op 3 maart 1885 schreef F. Gillet
aan de toenmalige stadsarchitect van Mid
delburg, die vergeefs om korting gevraagd
had, dat Nijmegen zijn allereerste klant in
Nederland was geweest en daarom kor
ting had gekregen. Gillet benadrukte dat
zijn straatnaambordjes in 1831 in Parijs
geplaatst nog net zo netjes, glanzend en
leesbaar waren als op de eerste dag dat
ze geleverd waren: aussi propres, aussi
brillantes et aussi lisible que le premier jour.
Daarmee was volgens Gillet dus aangetoond
dat zijn lave émaillée beter was dan blik
ken bordjes waar het mooie snel van af was
omdat die roestten. Daar hoefde Middel
burg niet bang voor te zijn, schreef Gillet. Hij
bood op zijn minst twintig jaar garantie: Nous
vous offrons une garantie de 20 années, au
moins. Het bordje 'Pottenmarkt' bewijst, ook
na ruim 130 jaar, het gelijk van Gillet.
Gillet somde in de brief zijn tevreden klan
ten op. Middelburg zou qua bordjes gelijke
nis gaan vertonen met Parijs - met straat
naambordjes sinds 1831 - Lyon, Versailles
en.Nijmegen.
Nadat Middelburg door de firma Gillet was
'veroverd', zouden ook Groningen, Arnhem,
's-Hertogenbosch en Leiden soortgelijke
straatnaambordjes van lave émaillée plaat
sen. Soms in een heel ander lettertype en
anders bevestigd. Een heel enkele keer ook
34 HEEMSCHUT september 2019