Rechtbank vernietigt afvoerbesluit Op 10 augustus deed de meervoudige kamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak in een voor Heemschut en andere organisaties bijzonder interessante zaak. De casus betreft het bezwaar tegen het afvoeren van een beschermd rijksmonument: 't Jagershuis te Amstelveen. Karel Loeff Waar gaat het om? 't Jagershuis blijft rijksmonument In de zaak (nummer AMS 17/4351, 17/4353 en 17/4355) is tegen de afvoer als monu ment door de Minister van OCW beroep aan getekend door drie organisaties: Buurtcomité Amstelzijde, Beschermers Amstelland en His torisch Amstelveen. Eerstgenoemden zijn in de bezwaarfase al niet ontvankelijk verklaard. De Rechtbank bevestigt dit besluit. Historisch Amstelveen, dat in haar statuten heeft opge nomen 'het historisch aanzien van Amstel veen te bewaren met name door monumen tenzorg' bleek wel ontvankelijk. Zij heeft deze zaak inhoudelijk gewonnen, wat Heemschut uiteraard tot grote vreugde stemt. Op 9 december 1970 heeft de toenma lige minister 't Jagershuis aangemerkt als rijksmonument. De omschrijving in het monumentenregister is uiterst beknopt: 't Jagershuis. Twee topgevels met haaks aan gebouwde vleugel, 18e eeuw. Het gebouw is thans eigendom van Aemstel Monu ments, die het wil slopen en vervangen door nieuwbouw. Zij heeft historisch onderzoek laten doen. De conclusie daarvan is dat het grootste deel van het gebouw in de jaren zestig nieuw is gebouwd in historiserende stijl en geen monumentale waarde heeft. De minister heeft advies gevraagd aan de Raad voor Cultuur, de gemeente Amstelveen en de provincie Noord-Holland. Deze heb ben op basis van het rapport van Aemstel Monuments en op basis van eigen onder zoek geadviseerd om het pand te schrappen uit het rijksmonumentenregister. De minis ter heeft vervolgens die adviezen gevolgd en het primaire besluit genomen. De minister ontkent niet dat de ligging aan de Amstel stedenbouwkundige waarde heeft, maar zij In 2018 is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een project gestart voor de herijking van de monumentenlijst. Met de RCE is inhoudelijk overleg geweest over welke objecten wel- of niet voor afvoer in aanmerking zouden kunnen of mogen komen. Feit is dat, naar huidige maatstaven, een aantal panden niet rijksmonument waardig (meer) is. Dit zijn bijvoorbeeld panden die geheel zijn afgebroken en opnieuw opgebouwd. In al deze gevallen is er echter sprake van door eigenaren (verworven) rechten. De vraag is of deze middels een afvoerprocedures succesvol zullen/kunnen worden bevochten. In deze gevallen zal moeten worden aangetoond dat er sinds de aanwijzing wijzigin gen hebben plaatsgevonden, die in zodanige mate afbreuk hebben gedaan aan de oorspronkelijke waarden, dat de aanwijzing niet meer in stand kan blijven. De casus van handhaving van de (bijna geheel verbrande) molen van Burum (FR) op de Rijks monumentenlijst toont aan dat zelfs iconische waarden tot instandhouding van het aanwijzingsbesluit kunnen leiden. Bij de komende afvoervoorstellen baseert de RCE zich niet meer op de Monumen tenwet 1988 maar op de Erfgoedwet 2016. Zij heeft ten aanzien van dit project ook een nieuwe Beleidsregel vastgesteld. Heemschut zal in voorkomende gevallen uiter aard meekijken of deze Beleidsregel op een correctie manier wordt gevolgd. 38 UT december 2018

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2018 | | pagina 38