DÉ WAAROyt]
Verjonging
De Tricot
Praktische aanpak
Een van de gebouwen van het Tricotterrein voor aanvang van de herbestemming.
Met zijn 55 jaar is Van Duren de benjamin
van Heemschut Gelderland: 'Als ik tijdens
vergaderingen om me heen kijk, dan zie ik
veel kennis en ervaring. Medebestuurders
die hun sporen hebben verdiend als amb
tenaar, die weten hoe de hazen lopen in de
politiek, die een geweldige kennis hebben
van de architectuurgeschiedenis of weten
hoe ze moeten opkomen voor bedreigd erf
goed.'
De Muur van Mussert bij Ede is een goed
voorbeeld: 'Een zeer dubieus bouwwerk
maar tegelijkertijd een zinvolle herinnering
aan wat er destijds is gebeurd. Jan Kijlstra
van de Stichting Erfgoed Ede heeft zich
ervoor ingezet, samen met Heemschut Gel
derland en wat ik maar even ons hoofdkan
toor in Amsterdam noem. De Muur is nu
een rijksmonument en dat is terecht.'
Heemschut Gelderland weet dus hoe je
actie moet voeren, maar voor hij daarover
vertelt, wil Van Duren kwijt dat de kennis
die is verzameld in het provinciale bestuur
niet verloren mag gaan: 'We moeten werken
aan verjonging, aan een commissie waarin
jeugd en ervaring elkaar aanvullen.
Dan het actievoeren. Dat doe je samen.
Samen met andere erfgoedbeschermers,
omwonenden en als het even kan over
heden. Zo werk je effectief, ook al moet
je soms water bij de wijn doen. Als je de
hakken in het zand zet en rechtszaken gaat
voeren, dan bereik je uiteindelijk minder.'
'Heemschut', zegt Van Duren, 'heeft in de
eerste plaats een signalerende functie. We
moeten waarschuwen als er iets mis dreigt
te gaan met een waardevol pand en zorgen
dat er in ieder geval niet gesloopt wordt.
Daarna kunnen we ons, samen met ande
ren, inzetten voor restauratie en hergebruik.'
De Tricot in Winterswijk is een mooi voor
beeld. De voormalige textielfabriek die
tegen het centrum van het dorp ligt - 'Nee,
geen stadje, Winterwijk is een dorp,'- stond
op de nominatie voor sloop: 'Zonder Heem
schut was-ie er niet meer geweest.'
Ons bedrijf, WAM Van Duren, was mede
verantwoordelijk voor de transformatie van
De Tricot in een appartementencomplex.
Van Duren wandelt met plezier naar het
resultaat: 'Het hele complex is niet bewaard
gebleven, maar wel het hoofdgebouw, de
spoelerij en de schoorsteen.' En wijzend op
de kozijnen: 'Die zijn bijvoorbeeld nog van
gietijzer.'
Door zijn dubbelrol als ondernemer en lid
van Heemschut Gelderland kan Van Duren
in een belangenconflict terechtkomen.
Hij weet dat: 'Dat deed zich voor toen we
het Focus-filmtheater in Arnhem bouwden.
Heemschut Gelderland had daar moeite
mee, maar daar heb ik me volledig buiten
gehouden.' En verder leert Van Duren van
zijn Heemschut-collega's: 'Bouwers willen
dingen snel en efficiënt voor elkaar krijgen
en dat kan ze beperken in hun denken.
Bij Heemschut kijk je anders, ben je meer
gericht op behoud. Dat is waardevol voor
mijn benadering van bouw- en restauratie
projecten.'
Zijn praktische manier van denken komt
boven als hij een pand in het centrum van
Winterswijk aanwijst. Het pand is aan het
vervallen en de eigenaar doet weinig om dat
tegen te gaan: 'We zien het gebeuren, maar
we kunnen het niet voorkomen. Jammer,
maar het heeft geen zin om er energie in
te steken. Die bewaren we voor kansrijke
projecten.'
Ook de gemeente kan weinig doen aan het
verval van het pand. Van Duren: 'Gelukkig
is er verder in Winterwijk genoeg bewaard
gebleven. In de jaren zeventig en tachtig van
de vorige eeuw is er gesloopt, maar al met
al is het nog net goed gegaan. We hebben
hier bijvoorbeeld nog steegjes en nauwe
straatjes zoals de prachtige Lappenbrink.'
Van Duren maakt zich wel zorgen over een
paar monumentale villa's die elders in de
provincie al jarenlang leeg staan: 'Soms
ontfermen organisaties als het Geldersch
Landschap of Natuurmonumenten zich daar
dan over, maar dat lukt niet altijd. Misschien
moeten we accepteren dat het ruïnes wor
den, die je trouwens ook moet onderhouden.'
december 2018 HEEMSCHUT 29