Gastcolumn Gerlof Kloosterman is beleidsadviseur Regie Ontwikkeling bij de gemeente Heerhugowaard Bijzonder gewoon, Gewoon bijzonder Het zijn maar twee woorden, maar die afhankelijk van hun volgorde en context een veelheid van kwaliteitsgradaties kunnen beschrijven. Zo gebruik ik ze ook vaak als ik praat over de stedenbouw, architectuur en het erfgoed van de Gemeente Heer- hugowaard. Het grootste deel van de gemeente Heerhugowaard bestaat uit de gelijknamige droogmakerij, die in 1631 is drooggevallen en verkaveld. Het kleinere deel wordt gevormd door het West-Friese veenweide landschap van Veenhuizen. In een klein modern kerkje is daar het unieke humanistische praalgraf van Reinout van Brede- rode uit de 17de eeuw te vinden. De droogmakerij is de grootste binnen de West-Friese Omringdijk en wordt geken merkt door een rafelige rand en een geometrische verkavelingsstructuur. Er werden geen nederzettingen voorzien, omdat het creëren van landbouwgrond het doel was. De grondkwaliteit viel echter tegen. Pas met de komst van kunstmest in de tweede helft van 19de eeuw verbeterde de agrarische productiviteit die welvaart, bevol kingsgroei, dorpen en voorzieningen bracht. Na de tweede oorlog kwam het overloopbeleid. Hoewel Heerhugowaard nooit als zodanig is aangewezen, werd de gemeente vanaf halverwege de jaren zestig een groeikern. Op een bepaald moment is het zelfs de snelst groeiende gemeente van Nederland geweest. Dat was het gevolg van een ambitieuze burgemeester die zag dat met alleen tuinbouw de ontwikkelingskansen (te) gering zouden zijn. Naast de woningbouw werd ook het eerste bedrijventerrein aangelegd en een ingrijpende ruilverkaveling uitgevoerd. Nog steeds is zichtbaar dat de 'Post '65' groei van Heerhugowaard begonnen is vanuit de toen dominante functionalistische visie: wonen, werken en recreëren moesten zoveel mogelijk van elkaar gescheiden worden en bewoners moeten zich gemakkelijk van de ene naar de ander 'functie' kunnen verplaatsen. Rond het cen trale dorp verrezen de nieuwbouwwijken; het recreatiepark bood de nodige sport en ontspanningsmogelijkheden. Het bedrijventerrein ontstond aan de andere kant van de spoorlijn. Maar alles wel binnen de oorspronkelijke verkavelingsstructuur van de droogmakerij. Hebben die vijf decennia van intensieve bouw nu een prettige leefomgeving met ruimtelijke en architectonische kwaliteit opgeleverd. Ja, het is een stad geworden waar bewoners tevreden zijn over de woonomgeving. De wijken zijn ruim opgezet en groen. Geen extreme experimenten, maar goede en beheerste stedenbouw en architectuur. Met in de loop van de jaren een groeiende aandacht voor duurzaam heid en architectonische kwaliteit. Een stad met dorpse kenmerken waar het bij zondere gewoon kan zijn en het gewone bijzonder wordt. december 2018 HEEMSCHUT 27

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2018 | | pagina 27