Database en kerkenkaart hetzij herbestemming hetzij sloop plaats vindt. 19de-eeuwse kerkgebouwen werden vooral in de jaren '60 en '70 gesloopt, omdat zij toen nog geen monumentenbescherming genoten. Deze periode kent schrijnende gevallen. Toch is het niet zo dat ik al deze sloopgevallen per definitie veroordeel: zij hebben immers plaatsgevonden in een tijd waarin de geest nog niet rijp was voor (her) waardering van 19de-eeuwse architectuur. Een tijd waarin de samenleving vooral met optimisme naar de toekomst keek en min der gaf om het verleden. Bovendien was herbestemming en duurzaam gebruik van gebouwen in die periode aanzienlijk minder aan de orde dan tegenwoordig. De periode van sloopdreiging, gevolgd door opkomende waardering en monumentenbescherming voor 'jonge' kerkgebouwen, is evenwel een intrigerende geschiedenis die mijns inziens niet onbeschreven mag blijven. Een halve eeuw later, anno 2018, is de cultuurhistorische waardering voor 19de en 20ste-eeuwse kerken aanzienlijk gegroeid en zijn veel gebouwen uit deze periode voor alsnog op papier beschermd. Het grootste probleem van deze tijd is echter het steeds verder toenemende aantal kerksluitingen en de daarmee gepaard gaande vraagstukken wat er met de gebouwen moet gebeuren. Herbestemming van kerken is een com plex en lang proces en ligt vaak gevoelig bij gelovigen en omwonenden. Het monu mentale interieurensemble is het eerste wat het onderspit delft na een kerksluiting. Het proces van herbestemming kan bovendien worden bemoeilijkt bij een groot aantal te sluiten kerkgebouwen in een perifere regio, omdat er op korte termijn onvoldoende markt is om deze nieuwe herbestemmingen te realiseren. Door deze factoren komen cultuurhistori sche waarden verder onder druk te staan en moeten er keuzes worden gemaakt wat wij op de lange termijn willen behouden. Voor een weloverwogen besluitvorming inzake de Herman Wesselink promoveerde op 21 juni aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De titel van de disser tatie luidt: Een sterke toren in het midden der stad. Verleden, heden en toekomst van bedreigde Neder landse kerkgebouwen. De link naar het proefschrift is: http://dare. ubvu.vu.nl/handle/1871/ 55690 en die naar de database: http://geoplaza.vu.nl/cms/maps/ 291-kerkenkaart toekomst van de kerkgebouwen introduceer ik in de dissertatie een waarderingssysteem. Dit systeem bouwt inhoudelijk gezien voort op de bestaande criteria van monumenten zorg, maar is specifiek op kerkgebouwen uit de periode 1800-1970 van toepassing en aanbevelenswaardig vanwege de eigen heid van dit erfgoed. Daarnaast beoogt dit flexibel toepasbaar te zijn, opdat het aan sluit bij de pragmatische tendensen van de huidige tijd. Vier verschillende classificaties van cultuurhistorische betekenis hangen samen met de mate waarin in een kerkge bouw kan worden ingegrepen; zij zijn gekop peld aan beleidsstrategieën. De vier criteria die ik hanteer - architectuur, stedenbouw, kerkelijk interieurensemble en kerkhistorie - onderscheiden zich zo veel mogelijk van elkaar. Vanwege de kwetsbaarheid van het kerkelijk interieurensemble stel ik voor om dit als geheel in één nieuw criterium mee te wegen. Het immateriële criterium dat aan dacht verdient is de kerkhistorie. De database en de daarbij behorende ker- kenkaart vormen een digitaal overzicht van alle circa 4500 nog bestaande kerkgebou wen uit de genoemde onderzoeksperiode. Het zijn gebouwen van alle christelijke genootschappen, die als kerkgebouw zijn opgeleverd en op het moment van invoe ren in het systeem nog bestaan. De ker kenkaart is een productie van Geoplaza. De belangrijkste bron ervan is de Sonneveld- index: een lijst met gegevens van alle reli gieuze gebouwen die in ons land (hebben) bestaan. Deze lijst was tevens de bron van de in 2008 gelanceerde website Reliwiki. Een van de voornaamste doelstellingen van de kerkenkaart is een zo exact mogelijk inzicht vergaren in de aantallen kerkgebou wen die momenteel nog bestaan en even zeer in het belang van de cultuurhistorische waarde ervan. De spreiding van de kerken over de diverse regio's kan voor belangheb bende partijen een hulpmiddel zijn in het opstellen van toekomstige kerkenvisies. Het is immers gewenst dat de cultuurhis torisch waardevolle kerken zoveel mogelijk gespaard blijven: hun visuele, geestelijke en vooral gevarieerde rijkdom herinnert ons aan de opkomende godsdienstvrijheid in Nederland vanaf de 19de eeuw. Nieuw-Amsterdam, de Noorderkerk uit 1925. Voorheen gereformeerd en nu PKN.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2018 | | pagina 43