Mathijs Witte Heemschut ziet in het hele land dat bomen in waardevolle (agrarische) landschappen veel te makkelijk voor de bijl gaan. Een voorbeeld is de bomenkap in de uiterwaar den bij Wageningen en Rhenen. Rijkswaterstaat heeft in het programma Stroomlijn plannen gemaakt om veel be- groeii ng in de uiterwaarden van de rivieren weg te halen ten einde bij extreem hoog water de rivieren sneller te laten stromen. Het rivierpeil wordt zo verlaagd met 5 tot 10 cm. Al het groen dat in deze stroombaan ligt moet verwijderd worden. Alleen de wettelijk beschermde natuur voor diersoorten en cul tuurhistorisch en archeologisch waardevol groen blijft behouden. Eerst zijn bomen op particuliere grond aan de beurt, daarna zul len ook op gronden van de overheid, onder andere historische bakenbomen, gekapt worden. Na de kap zal de grond als grasland of akkers worden ingericht. Het waardevolle groene uiterwaardenlandschap wordt zo eenvormiger en meer open. Onvoldoende bescherming Wat vooral opvalt, is dat het historisch groen niet goed beschermd is. Veel gemeen ten hebben geen inventarisatie gedaan naar waardevolle groenstructuren, dus dit is ook niet meegenomen in de planvorming van Rijkswaterstaat. Waar het groen wel beschermd is, zoals bijvoorbeeld in Wagenin gen en Rhenen, werden grote fouten gemaakt bij de kap van bomen. In Wageningen zijn door verkeerde informatie bij de aannemer bijvoorbeeld eeuwenoude beschermde mei doorns zo maar verdwenen... Twee oude wilgen konden gered worden door oplettend heid van Mooi Wageningen. In Rhenen kon dankzij waakzame burgers en D66 Rhenen oude bomen net op tijd gered worden. In Kampen en Varik kwamen groepen bur gers in actie om het oude cultuurlandschap te redden. In Varik leidde dit tot aanpassing van de plannen voor de Stiftsche Uiter waarden. Hier werd na tussenkomst van de Tweede Kamer wel rekening gehouden met de cultuurhistorische waarden. september 2017 HEEMSCHUT 41

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2017 | | pagina 41