Blauwdruk van de politieke tijdsgeest
Rondom de oude kern van Zoetermeer is eind jaren '60 een flink stedenbouwkundig plan tot ontwikkeling
gekomen. Het dorp werd benoemd tot groeikern: en groeien deed het. Tijdens de jaren '70 en '80 konden
architecten hun ei kwijt in de nieuwe wijken van Zoetermeer.
Bram de Jong
Wonen, werken, winkelen
Groeikern Zoetermeer
sche jaren '70 wijken. In de laatste wijk van
het oorspronkelijke stedenbouwkundig plan,
De Seghwaerth, is elke deelwijk door een
ander bureau ontworpen. Deze wijk staat
vol met experimentele woningbouw.
De bouw van het stadscentrum begon in
1978 onder een andere werkgroep. De
Werkgroep Ontwikkeling Zoetermeer die het
oorspronkelijke plan bedacht en begeleidde,
was namelijk al in 1971 uit elkaar geval
len. Er is geprobeerd om het stadscentrum
zoveel mogelijk het elan van een 'klassiek'
centrum te geven waar werken, wonen, win
kelen en alles daaromheen gecombineerd
is. De beperkte ruimte maakt dat er handig
moest worden omgegaan met de beschik
bare ruimte. Hierdoor is het centrum ook
enigszins opgetild, zodat de Zoetermeerlijn
en de aanvoerwegen onder het tapijt kon
den worden geschoven. Hierdoor heeft het
publiek geen last van de logistieke romp
slomp die gemoeid gaat met het stadshart.
Het hart van Zoetermeer is niet naar model
van andere steden ontworpen, maar heeft
juist zijn eigen karakter. Dat is ontleend aan
wat de omgeving toeliet.
Nu was Zoetermeer klaar volgens het ori
ginele plan. Alleen werd begin jaren '80
Serviceflat Het Fregat in Buytenwegh De Leyens, 1978-1981. Architecten Alberts Van Huut.
We beginnen bij de wijken Palenstein en
Driemanspolder. Deze zijn volledig naar
modern concept neergezet. Dat wil zeggen:
flats, ruimte, efficiëntie en functionaliteit.
Maar bij de start van wijk Meerzicht sloeg,
zoals Carel Weeber het noemde, de 'nieuwe
truttigheid' toe. Woonfabrieken werden ten
tijde van Meerzicht minder gewaardeerd en
de wijk diende vervolgens als mal voor de
wijken Buytenwegh en De Leyens. Je zou ze
kenmerkend voor de jaren '70 wijken kunnen
noemen. Ze houden je net zo in hun greep
als het comfort van de zitkuil. De houdgreep
komt echter niet voort uit het comfort, maar
uit het labyrintische straatbeeld. Woonerf-
jes en woondekken domineren deze typi-
36 UT september 2017