Kegelspel Gebruik Uniek Het rijk vormgegeven exterieur van het gebouw. geïsoleerd. Andere radiatoren geven meer ventilatie en lucht. Hij wijst op de kap: 'Kijk eens wat een prachtige spanten, allemaal geornamenteerd. Ze geven ritmiek aan het gebouw. Binnen en buiten sluiten nu weer op elkaar aan.' De kegelbaan is aan de straatzijde helemaal gesloten, waardoor sommige Leidenaren denken dat het een fietsenstalling is. De opening met veel glas bevindt zich aan de kant van de voorma lige stadssingel. Helaas wordt een deel van het uitzicht nu belemmerd door de keuken van het stadscafé ernaast. De bezoeker kan zich echter nog prima voorstellen hoe de Heeren vroeger de deuren openzetten en tijdens het kegelspel op houten stoeltjes buiten zaten, een sigaar rookten en een goed glas wijn dronken. Arnout van Schelven, Commissaris Gebou wen van de sociëteit: 'Om die oude sfeer binnen terug te krijgen, hebben we bij voorbeeld gekeken naar de verlichting. Op basis van oude foto's hebben we nieuwe lampen laten maken.' Voor sommige leden was het resultaat wel even wennen. Men was gewend geraakt aan het zachtboard, al was het interieur in de loop der jaren wat sjofel geworden. Eerder pakte Amicitia het dak aan. Het bitumen werd vervangen door een oorspronkelijk, zinken roeven dak. Van Schelven: 'We zijn ongelooflijk trots op het resultaat. Het was een flinke klus: de kegel baan ligt ook heel precies met kleine ver schillen in hoogte en doorsnee.' Bij het kegelen moet de speler met een zware bal proberen negen kegels aan het eind van een circa 20 meter lange baan om te gooien. De baan heeft een breedte van maar 30 centimeter. De kegels hebben daar bij verschillende officiële benamingen. Zo zijn er de voorste, midden en achter kegel. Onof ficieel hebben ze namen als Zweet, Duifjes, de Koning of de Lange en de Boeren. Het spel is al eeuwen oud en kegelen was popu lair onder alle rangen en standen. In kloos ters speelde men het spel om 'het kwade' te verwerpen, maar ook werd het veel op volks feesten gespeeld. Koning Willem II legde op Het Loo zelf ook een kegelbaan aan. In 1890 werd de Algemene Nederlandse Kegelbond opgericht. De inmiddels Konink lijke Bond is de koepel voor de 800 vereni gingen waar ongeveer 10.000 leden bij zijn aangesloten. De Bond meldt echter dat de belangstelling voor het kegelen afneemt, omdat er steeds minder jonge leden bij de clubs worden verwelkomd. Oudere leden haken af omdat de houten ballen best zwaar hanteerbaar zijn. De Leidse Herensociëteit telt anno 2017 ongeveer 200 leden; de helft is lid van de kegelclub. Arnout van Schelven: 'We waren wel even onder de indruk met de opening dit voorjaar. Toen kwamen er een paar pro fessionele kegelaars, die na enig inwerpen alle kegels na elkaar zo omver speelden. Wat dat betreft is er wel een verschil tussen professionals en ons als amateurs. We zijn dan ook geen lid van de Kegelbond, maar we gebruiken de baan intensief en met veel plezier. Zes clubs zijn actief. Van maandag tot vrijdagavond is het gebouw daarmee in gebruik. Daarnaast is er een club die speelt op de donderdagmiddag.' Er wordt dus veel gebruik van de baan gemaakt. Een zoektochtje in het monumentenregis- ter leert dat de Leidse kegelbaan de enige monumentale rijksbeschermde kegelbaan van ons land is. In omschrijvingen van andere beschermde monumenten komt het woord kegelbaan wel voor, maar vaak zijn deze of eruit gesloopt (zoals in Maarssen, in 2000) dan wel afgebroken (Veenhuizen, 1992). Het gegeven dat de Leidse baan nog volop in gebruik is, maakt dat er sprake is van een gaaf rijksmonument met bijbeho rend interieur. Een uniek ensemble dat het bovendien als immaterieel levend erfgoed - er wordt al 120 jaar gekegeld - waard is gekoesterd te worden! Dat doet Sociëteit Amicitia dan ook volop. De kegelbaan is gelegen aan de Tweede Binnenvestgracht 19, ingang hoek Steenstraat en is op Open Monumentendag eenmalig geopend op zaterdag 16 september. Voor meer informatie en andere openstellingen kijkt u op: www.openmonumentendag.nl september 2017 HEEMSCHUT 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2017 | | pagina 35