Monumentaal bemalingssysteem
Waterwerk
in drie gangen opgemalen naar de Ringvaart.
Waar andere polders voor dit doel (lineaire)
molengangen inzetten, maakten de bedij
kers in de Schermer geïntegreerde molen
gangen, molenringen van zestien molens.
Deze waren in een 5-5-6 verhouding van
onder-, midden en bovenmolens gescha
keld. Deze ringen waren minder gevoelig
voor uitval. Als één molen uitvalt krijgen de
andere vijftien nog steeds water en werken
door. Het bijzondere van het bemalingssys
teem van de Schermer is dat alle 52 molens
met watergangen aan elkaar geschakeld
waren tot één groot molensysteem. Alle
kennis van voorgaande droogmakerijen was
verwerkt en geperfectioneerd tot een op
wereldschaal uniek bemalingssysteem met
binnenboezem en molenringen.
Dit Schermer molensysteem werkte zo
goed, dat het waterschap pas in 1930 over
ging op gemalen. In andere droogmakerijen
was dat al vanaf 1880 gebeurd. Feitelijk was
in de Schermer de invoering van de ARBO-
wetgeving - het waterschap kon niet langer
volstaan met één molenaar per molen - een
belangrijker drijfveer dan de technische ont
wikkeling! Dit alles maakte dat de afweging
om de molens te behouden veel later plaats
vond dan bij de andere droogmakerijen.
schap met dijken, watergangen en grote
vergezichten met windmolens.
In 1633 begonnen de bedijkers met het
aankopen van oud land rond de Schermeer
en het graven van de Ringvaart in dit oude
land. Van de grond uit de Ringvaart werd
een dijk opgeworpen. Aan de noordkant
werd de bestaande West-Friese omringdijk,
nu een provinciaal monument, benut voor
de nieuwe functie. Aan de zuidkant werd
een zogenaamde plempdijk dwars door
het meer met zinkstukken aangelegd. Toen
de Ringvaart gesloten was, kon het malen
beginnen. Na ruim een jaar viel het meer
droog. In de Schermer maakte men slim
gebruik van ervaringen elders. Omdat de
bodem van een meer niet echt vlak is, was
er behoefte in te spelen op die hoogtever
schillen. In de Schermer legde men een bin-
nenboezem in de vorm van enkele haaks op
elkaar staande vaarten aan. Poldermolens
aan weerszijden van de Noorder- en Zuider
vaart werden op de hoogte geplaatst die
lokaal nodig was. Ze pompen het water op
van het polderniveau naar de vaarten in de
binnenboezem. De vaarten voeren het water
af naar de rand van de polder, daar werd het
Monumentaliteit was inmiddels een item,
molens hadden hun plek in de Nederlandse
harten veroverd als nationaal symbool en
de vereniging de Hollandsche Molen zette
zich in voor behoud. Dat alles maakt dat er
nog elf molens van de oorspronkelijke 52
het landschap van de droogmakerij sieren.
Verder zijn er nog drie strijkmolens van de
Huijgenwaard en een korenmolen in de
Schermer.
De acht- en vierhonderd jaar oude dijken
hebben een karakteristieke steile vorm en
bergen veel sporen uit een ver verleden
in zich. Molens stonden op de dijk, hand
gegraven watergangen lopen er langs. De
Noordschermerdijk is een wierdijk met paal
werk en riemen wier en er bevinden zich
duikers, sluizen en andere waterwerken
in. Het bijzondere van deze oude dijken is
dat het levende monumenten zijn. Ze heb
ben nog steeds de functie die ze vierhon
derd jaar geleden kregen: het keren van
water. Dat maakt dat ook de oude dijken
aan nieuwe veiligheidsnormen moeten gaan
voldoen. Het hoogheemraadschap Hollands
Noorderkwartier voert deze dijkversterking
uit en koos in eerste instantie een techni-
Dijkwandeling georganiseerd door de Schermer Alliantie (waaronder vereniging Heemschut en Stichting Schermer Molens).
De Molendijk bij het Noorderpolderhuis.
8 HEEMSCHUT juni 2017