Wat nog rest CVL-generatie Seinhuis Post VI beveiliging van het gehele Nederlandse spoorwegnet digitaal georganiseerd vanuit dertien control centers. Nergens is de sloopwoede van de Neder landse Spoorwegen zo groot geweest als bij de blokposten en seinhuizen. Van al die duizend seinposten zijn er nog geen dertig meer over: een onvoorstelbare kaalslag. Daarvan staan er een paar in het Spoor wegmuseum of langs een museumspoorlijn. Slechts enkele hebben een beschermde status, maar van harte ging dat meestal niet. Zoals in Roosendaal, waar de oude post B uit 1907, het oudste klassieke sein huis in Nederland, zou worden gesloopt. Dankzij een spectaculaire verplaatsing kon dit seinhuis worden behouden. Ook het seinhuis in Maastricht uit 1933, een juweeltje van Sybold van Ravesteyn, kon ternauwernood van de sloop worden gered. Nu is het een van de weinige seinhuizen van de meest gesloopte architect van Neder land dat wél bewaard is gebleven. Nog steeds worden seinhuizen gesloopt. De meest bedreigde zijn de seinposten van de CVL-generatie. Ze zijn in het digitale tijdperk Interieur van het seinhuis in Nijmegen. op hun beurt overbodig geworden. Deze seinhuizen hebben een veel zakelijker uit straling, waardoor sloop minder weerstand oproept. Toch blijven het typische gebouw tjes, kenmerkend voor een bepaalde functie in een bepaalde tijd. De CVL-posten mar keren de overgang van de klassieke naar de geautomatiseerde beveiliging. Door hun functie zijn het opvallende gebouwtjes, in een stijl die typerend is voor de wederop bouw en de jaren 1960. Post VI in Amersfoort was een heuvelpost, gebouwd in 1930. Heuvelen is een ran geerterm: goederenwagens werden door een rangeerlocomotief op de rangeerheuvel geduwd, waarna de wagens er aan de andere zijde afrolden en over de verschillende sporen werden verdeeld. Vanuit Post VI werden de wissels en seinen in het heuvel- gebied bediend. Post VI is nog het enige seinhuis van zijn generatie in spoorwegstad Amersfoort. Andere seinhuizen werden tijdens de oorlogsjaren verwoest of raakten overbodig door automatisering. Seinhuis Post VI bleef lange tijd gehandhaafd omdat het een specifiek stuk van het emplacement bediende, los van de doorgaande treindienst. Ondanks aanpassingen is de hoofdvorm van het seinhuis nog goed herkenbaar, met name door het dakoverstek en de typerende, blokvormige bovenzijde. Het functionele ontwerp doet denken aan NS-architect H.G.J. Schelling, maar op een bouwtekening staat de handtekening van G.W. van Heukelom. Gezien de kaalslag onder de klassieke seinhuizen is het bijzonder dat het Amersfoortse exemplaar bewaard is gebleven. De combinatie met de nog aanwezige rangeerheuvel maakt Post IV uniek in Nederland. Post VI te Amersfoort. Een voorbeeld is de voormalige CVL-post in de Spoorkuil in Nijmegen uit 1960, naar een ontwerp van architect Koen van der Gaast. Het is een seinhuis van het padden stoeltype, waar er vijf van in Nederland zijn gebouwd. De andere vier zijn al gesloopt. Dat lot leek ook het Nijmeegse exemplaar beschoren, maar voortschrijdend inzicht lijkt het gebouw te gaan redden. Een alter natieve bestemming wordt gezocht. Een voorbeeld uit de klassieke periode is Post VI in Amersfoort, gebouwd in 1930, en ook op de nominatie om te slopen. Met name de Stichting Industrieel Erfgoed Stad Amersfoort (SIESTA) pleit voor behoud van dit monument. SIESTA heeft eerder een prominente rol gespeeld in de redding van de Wagenwerkplaats in Amersfoort. Ook dat wilde men slopen. Nu koketteren gemeente, ProRail en NS met deze cultuurhistorische parel. juni 2017 HEEMSCHUT 43

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2017 | | pagina 43