Veertig jaar later
Verhalen genoeg
overbevolkt door vele grote gezinnen. Som
mige bewoners hielden schapen en geiten
op de bovenste verdiepingen. De urine sij
pelde naar beneden.
Maastricht was laat met goede huisvesting
voor arbeiders. Begin jaren vijftig van de
vorige eeuw werd de achterstand omgebo
gen in een voorsprong. Er kwam een sociaal
experiment. De bewoners van de Stokstraat
werden over andere delen van Maastricht
verspreid. Ze kregen les hoe ze zich moes
ten gedragen. De uitgewoonde huizen wer
den niet gesloopt zoals in die tijd gangbaar
was, maar gestript en opnieuw opgebouwd.
Een enkele gevel, zoals van nummer 17,
kwam van een afgebroken pand uit een
andere straat, in dit geval de Grote Staat.
Jammer dat de rijkversierde gevel uit 1773
eigenlijk niet past bij de rest. Na de grote
opknapbeurt kwamen de monumentale pan
den in handen van particuliere eigenaren.
Rond 1975 was de renovatie voltooid.
Sindsdien is de Stokstraat voetgangers
gebied. De gemeente Maastricht moe
digt vanaf die tijd mensen aan boven hun
winkels te gaan wonen. Dat was toen nog
niet gebruikelijk. Servé Minis: 'Bovenverdie
pingen bleven vaak onbewoond. Lekkende
daken lang onopgemerkt. Soms groeiden er
op de bovenste étages complete struiken.
Winkeliers haalden de trap beneden weg
voor meer winkelruimte.'
Hannes van Roosmalen voor zijn woning.
Anno 2017 ziet alles er nog goed uit! Al zijn
er natuurlijk altijd verbeterpuntjes. Sonja
Siefers-Goettsch noemt er een paar. Ze
opende 25 jaar geleden met haar man op
nummer 22 de exclusieve brillenzaak Opti-
cum. Ze woonden tot voor kort met hun
kinderen boven de winkel. 'Heerlijke plek',
vindt Siefers-Goettsch. Ze moest er alleen
niet aan denken dat er brand kon uitbreken.
'We mochten helemaal geen vluchtweg aan
de buitenkant van ons pand maken. Hoewel
je toen al brandtrappen had die leken op
regenpijpen. Maar mensen gaan toch voor
monumenten?'
Sonja Siefers-Goettsch is voorzitter van de
ondernemersvereniging van het Stokstraat
kwartier. Ze wil graag dat de restanten van
de Romeinse badhuizen beter zichtbaar wor
den. Het gebied wordt dan nog aantrekke
lijker voor toeristen. Verder pleit ze namens
de ondernemers voor wegwijzers die aan
geven in welk kwartier van Maastricht de
bezoeker is. Bijvoorbeeld Havenstraat,
Stokstraatkwartier. Nu worden de mensen
wel naar de kwartieren geleid, maar blijkt
uit niets wanneer ze er zijn. Daarnaast willen
de winkeliers dat de gemeente de onderste
stukken regenpijp beter onderhoudt. Nu zijn
ze vaak roestig en beplakt en beklad. Sonja
Siefers-Goettsch noemt de Stokstraat een
parel van Maastricht. Een parel die mooi is
opgepoetst maar die moet blijven glanzen.
Servé Minis stipt zelf ook een minpuntje
aan: 'Winkeliers willen grote ramen om goed
te laten zien wat ze verkopen. Veel origi
nele kozijnen van de monumentale panden
zijn daardoor gesneuveld. Het kwaad is al
geschied', zegt Minis met enige berusting.
Hij heeft bij elk monument wel een verhaal.
'Kijk hier, de kenmerkende ribbels van de
grijze harde steen uit de Ardennen. Toen
men dankzij diamantzagen gladde plakken
van deze steen kon maken, werden de rib
bels vaak kunstmatig aangebracht. Men
was het zo gewend.'
De 45 rijksmonumenten in de Stokstraat
bevatten soms nog elementen uit de Mid-
Straatbeeld van de Stokstraat.
deleeuwen. Zo heeft Hannes van Roosma
len onder zijn huis uit 1709 een kelder uit
de 13de eeuw. Hij huurt sinds 1981 van de
kerk. Zijn woning was ooit een seminarie
en daarvoor een brouwerij. Het is in 1958
gerestaureerd door architect Ramakers.
Toen hij er kwam wonen, verving hij het
sanitair uit de jaren vijftig en liet hij parket
vloeren leggen. 'Ik wist dat ik hier lang zou
blijven.' Een poging het pand te kopen, liep
op niets uit. Van Roosmalen wil niet weg uit
de Stokstraat. Al moet hij zich soms een
weg slalommen tussen de toeristen.
Van Roosmalen, telg van een baggerfami-
lie en zo nauw verbonden met de Maas,
weet zeker dat veel steden jaloers zijn op
Maastricht. 'Het stadsbestuur is goed voor
zijn monumenten en heeft tegelijk de stad
leefbaar gehouden. Dat kan bijvoorbeeld
Brugge niet zeggen.'
Minis: 'Het stadsbestuur van Maastricht
krijgt de bevolking ook altijd mee als het
om de bescherming van monumenten gaat.
Dat zie je vaker in vestingsteden. De bedrei
gingen van buiten hebben een sterke band
gesmeed tussen bewoners en gebouwen.'
juni 2017 HEEMSCHUT 33