Instandhoudingsplicht voor rijksmonumenten
Handhaving gevraagd
Uitspraken van de rechter laten zien dat
gemeenten tijdelijke maatregelen kunnen
opleggen die verder gaan dan het aanbren
gen van bouwplastic of zeil. Zo is het dich
ten van gaten in dakvlakken met originele
dakpannen, inclusief de daarvoor beno-
i
digde constructieve maatregelen ter onder- 0
steuning, een proportionele maatregel.
Tegelijkertijd volgt uit de jurisprudentie dat
Verwaarlozing in de Lage Vuursche, gemeente Baarn.
Dankzij het unaniem door de Tweede Kamer
aangenomen amendement kent Neder
land met ingang van de Erfgoedwet op 1
juli 2016 een instandhoudingsplicht voor
rijksmonumenten. Deze wettelijke instand
houdingsplicht is een optelsom van eerdere
uitspraken van de rechter. Uiteindelijk wordt
de plicht opgenomen in de Omgevingswet,
die naar verwachting in 2018 in werking zal
treden.
De instandhoudingsplicht houdt in dat een
eigenaar zorgdraagt dat het rijksmonument
zodanig onderhouden wordt, dat instand
houding van het monument en de monu
mentale waarden gewaarborgd zijn. Dankzij
de instandhoudingsplicht hebben gemeen
ten, het bevoegd gezag, een helder kader
en een duidelijke grondslag om eigenaren,
die hun rijksmonument niet onderhouden,
aan te spreken op hun verantwoordelijkheid.
Het overgrote deel van de monumenten
eigenaren is actief bezig met de instand
houding van zijn of haar rijksmonument.
Deze grote groep zal niet te maken krijgen
met handhaving. Belangrijk bij de handha
ving van de instandhoudingsplicht is propor
tionaliteit. Minister Bussemaker zei hierover
tijdens het debat in de Tweede Kamer dat
'het niet zo moet zijn dat de gemeente bij
het ontbreken van elk likje verf bij de eige
naar op de stoep staat. Ook is het niet
de bedoeling dat de gemeente wacht met
het aanspreken van een eigenaar tot het
moment waarop instandhouding alleen nog
te realiseren is met een alomvattende res
tauratie.'
het disproportioneel is om van een eigenaar
te eisen dat een half ingestort huis in zijn
oude staat wordt teruggebracht door mid
del van een allesomvattende restauratie.
Daarom is het belangrijk dat de gemeente
tijdig ingrijpt als het rijksmonument gevaar
loopt. Wanneer een eigenaar niet voldoet
aan de instandhoudingsplicht verschilt per
casus; elke situatie is anders. Wel is hel
der dat het niet uitmaakt of de verwaarlo
zing opzettelijk of onbewust gebeurt en ook
financiële argumenten spelen geen rol.
In algemene zin voldoet een eigenaar niet
aan de instandhoudingsplicht als de speci
fieke onderhoudscyclus van een onderdeel
van het monument (bijvoorbeeld dak, con
structie, schilderwerk) aantoonbaar ver
lopen is, de eigenaar langdurig nalaat om
noodzakelijk onderhoudswerk te verrichten
en deze situatie leidt tot verval van bouw
delen waardoor de instandhouding van het
rijksmonument niet gewaarborgd is. Ook is
het van belang of het langdurig niet onder
houden bouwdeel gevolgschade kan ver
oorzaken, zoals lekkage en schade door
ongedierte.
Tot slot kort een blik op gemeentelijke monu
menten. De instandhoudingsplicht in de
Erfgoedwet heeft betrekking op rijksmonu
menten, maar veel gemeenten kennen voor
gemeentelijke monumenten een regime
dat op dat voor rijksmonumenten is geïn
spireerd. In de model erfgoedverordening
van de Vereniging Nederlandse Gemeenten
is dan ook een instandhoudingsplicht voor
gemeentelijke monumenten opgenomen.
Gabor Kozijn is penvoerder handreiking
instandhoudingsplicht bij de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed.
juni 2016 HEEMSCHUT 39