Handhaving gevraagd Bert Poortman Steen- en dakpannenfabriek Vecht en Rhijn In 2014 waren de opstallen vrij van grote gebreken. Het geheel gaf wel een wat ver waarloosde indruk: verveloos hout, loslig gende dakpannen, ontbrekende boeiboord- delen etc.. Maar er was weinig houtrot te constateren of andere echte schade. Nu het object intussen leeg staat wordt de indruk van het kwijnende bestaan van dit pand steeds meer zichtbaar. De vraag is wie het pand gaat gebruiken en wat er dan mee gaat gebeuren... Ook erkenning als gemeentelijk monument geeft de inspanningsverplichting om het erf goed te onderhouden. Daarom is het van belang om bij kleine schade er vroeg bij te zijn om verder verval te voorkomen. De gemeente Stichtse Vecht, waarin de steenfabriek ligt, kent in haar verordening de bepaling voor gemeentelijke monumen ten dat een eigenaar het niet mag her stellen, gebruiken of laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het ontsierd of in gevaar wordt gebracht. Ook een pand dat wacht op een nieuwe gebruiker, mag dus niet ontsierd of in gevaar worden gebracht. Ook als belangstellende burger kunnen we wel degelijk een rol vervullen bij het in stand houden van monumenten. Een gemeente kan niet overal oren en ogen hebben. Ga niet op een eerste indruk af, pleeg een wat grondiger vooronderzoek, maar licht de gemeente in als er sprake is van verloede ring van een monument! Heemschut heeft dat in dit geval gedaan en aan de bel betrok ken bij de wethouder monumenten. Bert Poortman is lid van Heemschut en bestuurslid van USINE, de Utrechtse Stich ting voor Industrieel Erfgoed. De meeste eigenaren van monumenten zijn trots op hun bezit, de plaats op de lijst als gemeentelijk monument of rijksmonument betekent een erkenning. Vaak staan de pan den in een authentieke omgeving, zijn deel van de levende stad of zijn daar het bewijs van. Maar dat zijn allemaal geen garanties voor een onbekommerd voortbestaan van cultureel erfgoed. Panden hebben onder houd nodig. Onderhoud kost altijd geld. Eigenaren hebben dat niet altijd of kunnen het niet meer zelf opbrengen. Zo kan een zorgelijke situatie ontstaan. Vooral wanneer noodzakelijk klein onder houd achterwege blijft, kan de schade snel groter worden. Voorbeelden daarvan zijn dakgoten die niet worden schoongemaakt, dakpannen die ontbreken of kleine lekkages op andere plekken. Een pand wat al lange tijd een zorgelijke indruk geeft, is de enig overgebleven steen fabriek aan de Vecht in de provincie Utrecht: Steen- en dakpannenfabriek Vecht en Rhijn te Breukelen. Het is een vrij gaaf bewaard complex bestaande uit een villa, fabriek en arbeiderswoningen. Alleen de schoorsteen is verdwenen. Na een kwijnend bestaan moest eigenaar J. de Freijtag zijn steenfa briek eind jaren 1930 sluiten. In de jaren 1950 is het verbouwd tot bedrijfsruimte en ontkwam het aan de sloophamer. Het middengedeelte van de fabriek is nog ori gineel. De voormalige fabriek had met het grote buitenterrein lange tijd een detailhan delsfunctie en was daardoor vrij te bezichti gen. Tenslotte is het complex gemeentelijk monument geworden. Momenteel zoekt de eigenaar een nieuwe huurder. De voormalige steen- en dakpannenfabriek wacht op onderhoud en herbestemming. 44 HEEMSCHUT maart 2016

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2016 | | pagina 44