Hoe laat is het? We hoeven maar even op ons horloge of mobieltje te kijken en we weten het. Dat was vroeger wel anders. Kerktorens herbergen nog veel verborgen monumenten uit vervlogen tijden, die ons bij de tijd hielden. Ontstaan van het uurwerk Plaats en werking Verborgen monumenten Daan Kerkvliet Het uurwerk van de Nieuwe Kerk te Haar lem, vervaardigd omstreeks 1640. Links het slagwerk en rechts het gaand werk. Eeuwenlang was de zonnewijzer het belang rijkste hulpmiddel om de tijd te bepa len. Uiteraard was deze alleen overdag te gebruiken als de zon scheen. Voor de nach telijke uren waren er wel onnauwkeurige hulpmiddelen, zoals het langzaam leeglo pende watervat met een tijdsverdeling of een brandende kaars waar een tijdsverde ling op aangebracht was. Vermoedelijk is omstreeks het midden van de dertiende eeuw het eerste mechani sche uurwerk in een klooster in Noord- of Midden-Europa ontwikkeld. De monniken moesten namelijk op de vastgestelde tij den hun gebeden houden. Spoedig zag de burgerlijke overheid het belang in van een betrouwbare tijdsaanduiding. Bijvoorbeeld voor het openen en sluiten van de stad poorten en voor het aangeven van de begin- en eindtijd van markten. Aanvankelijk werd de tijd alleen door het slaan op een klok aangegeven. Om het overal goed te kun nen horen, moesten deze klokken hoog in torens hangen en daar kwamen dus ook de uurwerken hoog te staan. Vanaf het begin van de vijftiende eeuw kwamen de eerste wijzerplaten met alleen een uurwijzer op de torens. Het uurwerk is eigenlijk de motor die de wij zers laat draaien en staat bijna nooit direct achter de wijzerplaat, maar op een zolder of lager gelegen deel van de toren. Dit om de uurwerkopwinder niet steeds al die trap pen te laten beklimmen en bovendien om het mechanisme beter te kunnen bescher men tegen weer en wind. Vanuit het uur werk gaat een as naar boven tot achter de wijzerplaten. En vanaf daar is een haakse overbrenging naar de wijzeras(sen). Het deel met de slinger drijft de wijzers aan en wordt het gaand werk genoemd. Daar naast is in dezelfde stelling (frame) vaak een slagwerkgedeelte aangebracht. Op de hele en halve uren wordt dit deel door een hendel vanuit het gaand werk in werking gesteld en zorgt het voor het juiste aantal slagen op de klok. De oudste uurwerken waren nog niet voor zien van een slinger, maar van een waag. Dit is een heen en weer draaiende balk op het 34 HEEMSCHUT maart 2016

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2016 | | pagina 34