PÉJÊÈS
Leegstand en nieuwbouw
Ambachtsscholen tot 1940
Nieuwbouw na 1945
den de eerste praktijklokalen zich veelal in
de dwarsvleugels, gelegen aan de kopse
kant van het schoolgebouw. Vanaf ongeveer
1905 werden de praktijkvleugels een duide
lijk herkenbaar onderdeel van het gebouw.
In het hoofdgebouw aan de straat bevonden
zich veelal de theorielokalen. Deze opzet,
met een hoofdgebouw evenwijdig aan de
straat en haaks daarop de praktijkvleugels,
wordt tot ongeveer 1960 het leidende prin
cipe van het ontwerp van ambachtsscholen.
Tot 1940 bestond het merendeel van het
onderwijs uit praktijklessen. Na de oorlog
kwam de nadruk steeds meer te liggen op
het theoretisch onderwijs. Dit had grote
gevolgen voor de ruimtelijke indeling van
de gebouwen. In 1968 werd de Mammoet
wet ingevoerd en werd de naam ambachts
school officieel vervangen door de aan
duiding Lagere Technische School, hoewel
deze term ook al eerder werd gebruikt.
Door veroudering van de bestaande gebou
wen en de nieuwe eisen werden veel locaties
in de jaren '60 en '70 verlaten voor nieuw
bouw. Hierdoor kwamen de aangepaste en
uitgebreide gebouwen uit de beginperiode
steeds meer leeg te staan. De piek lag
vooral in de jaren '70 en '80, hoewel in de
daarop volgende jaren, ondanks een zekere
herwaardering van de oorspronkelijke bouw
kunst, er toch ook veel schoolgebouwen zijn
gesloopt.
Ambachtsschool te Heerenveen, 1910.
Ambachtsschool te Zwolle uit 1899.
In periode 1890-1940 zijn in Nederland 89
ambachtsscholen gebouwd. De grootste
bouwproductie vond plaats tussen 1900
en 1920 met 50 scholen. Dit kostte het
rijk, dat krachtens de wet verantwoordelijk
was voor een groot deel van de kosten,
veel geld. Om deze reden werd in 1921 de
Wet beperking uitgaven nijverheidsonder
wijs ingevoerd. Door het groeiend aantal
leerlingen bleef de behoefte tot uitbreiding
of nieuwbouw groot. Veel aanvragen wer
den echter geweigerd. Het aantal nieuw
gebouwde ambachtsscholen bleef in de
jaren '20 steken op elf. Ondanks de crisis
van de jaren '30 werd deze schade deels
ingehaald door 21 nieuwe scholen te bou
wen, met name in de periode 1930-1935.
Het toenemend aantal leerlingen had tot
gevolg dat elke school om de tien tot twin
tig jaar behoefte had aan uitbreiding. De
meeste scholen werden al in de periode
1900-1920 uitgebreid. Een grote golf van
uitbreidingen vond vervolgens plaats in de
jaren '50 van de 20ste eeuw. Deze geleide
lijke uitbreiding van de complexen in veelal
verschillende bouwstijlen is dan ook een
belangrijk kenmerk van ambachtsscholen.
Het aantal gebouwde en nog bestaande
scholen van na 1945 is helaas (nog) niet
bekend. Alleen het beeld voor noord Neder
land (Friesland, Groningen en Drenthe) is
in grote lijnen duidelijk. Waarschijnlijk is dit
wel representatief voor heel Nederland. In
de periode 1945-1955 werden daar circa
dertien scholen gebouwd, waarvan er
inmiddels tien gesloopt zijn. Voor de peri
ode tussen 1955-1968 is er eenzelfde aan
tal gebouwd, waarvan er één gesloopt is.
Van de resterende twaalf scholen is de LTS
in Assen een beschermd provinciaal monu
ment. Voor alle scholen gebouwd in die
periode blijft een dreiging van sloop. Ver
lies van deze cultuurhistorisch waardevolle
complexen ligt dus op de loer.
Ambachtsschool te Winschoten, 1955.
september 2015 HEEMSCHUT 7