Meer erkenning noodzakelijk
De ontwikkeling van de ambachtsschool tussen 1890 en 1968
Meer dan 100 jaar kende Nederland het begrip ambachtsschool. Deze scholen ontstonden uit de vraag naar
goed geschoolde arbeiders. Vooral de grote praktijklokalen zijn kenmerkend voor het schooltype. Nu staan
ze onder druk. Een inventarisatie van de stand van zaken en een pleidooi voor meer waardering, behoud en
zorgvuldige herbestemming.
Maarten de Graad
Praktijklokalen
De ambachtsschool ontstond in 1861.
De Maatschappij voor de Werkende Stand
stichtte in Amsterdam de eerste ambachts
school van Nederland. Door de industriali
satie vanaf het midden van de 19de eeuw
ontstond er bij bedrijven een steeds toe
nemende behoefte aan ervaren vakkrach
ten. Daarnaast was er voor leerlingen die
van de lagere school kwamen geen ver
plichte opleiding. Dit veranderde door de
verlening van de leerplichtwet. Vrijwel alle
vroege ambachtsscholen zijn oorspronkelijk
ontstaan uit een initiatief van de gegoede
burgerij en werkgeversorganisaties in hun
zoektocht naar geschoolde arbeiders.
Het onderwijssysteem van de ambachts
school voorzag zowel naast een theoriedeel
vooral in praktijkonderwijs. Hierdoor onder
scheidde het zich van andere voortgezette
onderwijsinstellingen. De enige vergelijk
bare school was de zogenaamde huishoud
school. De ambachtsschool richtte zich
echter uitsluitend op jongens.
Op de ambachtsschool werden allerlei
opleidingen verzorgd; van smid, timmer
man, meubelmaker, huisschilder tot bank
werker en instrumentmaker. Ook waren er
cursussen koper-, lood- en zinkbewerken en
na 1900 elektriciteitsleer, auto-, motor- en
rijwielhersteller. De school koos de opleidin
gen zo, dat er werd aangesloten bij de vraag
van toekomstige werkgevers. Er kwamen
opleidingen die twee- tot vier jaar duurden
en zelfs voor volwassenen geschikt waren.
In een aantal gevallen kreeg men in plaats
van een diploma een getuigschrift.
De aandacht voor het praktijkonderwijs
resulteerde al snel in grote praktijklokalen.
Hierbij moet worden gedacht aan teken
zalen, smederijen, houtwerkplaatsen en
metaalbewerkingslokalen. Aanvankelijk waren
deze niet direct als zelfstandig onderdeel
van de gebouwen herkenbaar. Omdat voor
ambachtsscholen ook de gangbare archi
tectuuropvattingen werden gevolgd, bevon-
Ambachtsschool uit 1910 te Den Haag.
6 HEEMSCHUT september 2015