De molens en hun geschiedenis
Commissielid Geert van Nieuwenhuizen, voormalig molenaar de heer Van Harrewijen en
vrijwillig molenaar de heer Jaap Bes.
de tabak door de molen 'gehakt'. Er vindt
een schouwspel van overbrengingen, scha
kels en rotering plaats. En met de geur van
tabak kan men zich met gemak 300 jaar
terug wanen. Jaap Bes is druk bezig met het
uitvoeren van de ambachtelijke productie
van de snuiftabak, om precies te zijn met
het deelproces: 'karotteren', wat hij met
precisie en concentratie uitvoert.
Nadat de karot gereed is gaan wij naar een
gezellige zitkamer, die volledig bekleed is
met de historie van de molens en al hun
bedrijvigheden. Ook de heer Van Harrewijen
schuift aan. Al vele jaren is het beheer van
de molens in zijn familie. De ambachtelijke
werkzaamheden kan hij, gezien zijn respec
tabele leeftijd niet meer uitvoeren, maar
zijn lange ervaring en kennis deelt hij maar
al te graag.
De Ster en De Lelie zijn de enige snuif- en
specerijenmolens in Nederland die nog in
bedrijf zijn. Hun geschiedenis vertelt een
bewogen en roerig verhaal, met perio
des van voor- en tegenspoed. Het verhaal
begint met de oudste van de twee: De Lelie
is gebouwd in 1776. De bouwers zijn Thijs
van Zeventer en Arie van der Werken, zo
blijkt uit een octrooiaanvraag voor een hei
machine. Isaac Hioolen, een meesterbak
ker uit Amsterdam, werd in 1803 eigenaar
van de molen, het huis en bijbehorende
loods. Deze aanschaf brengt de meester
bakker voorspoed, ja zelfs zoveel, dat hij in
1829 een tweede molen laat bouwen aan
de Korte Kade: De Nieuwe Star. Deze voor
spoed houdt echter niet lang aan, want in
1865 wordt De Nieuwe Star door bliksem
Prepareren van de karot.
De geschiedenis van de snuifmolens.
12 HEEMSCHUT september 2015