Ontmoeting vrijwillige molenaren
Immaterieel erfgoed
in Rotterdam
Snuifmolens De Lelie en De Ster aan de Kralingse Plas.
Conny Fleurkens-Steenwinkel
Bond Heemschut kreeg in het najaar van
2014 de vraag om steun te geven aan de
actie van de Stichting de Kralingse Snuif en
Specerijen Compagnie De Ster en De Lelie.
De stichting wilde de historische snuifpro-
ductie in de molens graag geplaatst zien op
de Nationale inventaris immaterieel erfgoed.
Hoewel immaterieel erfgoed niet tot de
doelstelling van Heemschut behoort, heeft
Heemschut Zuid-Holland daar toch positief
op gereageerd. Voor het voortbestaan van
de molens die beide rijksmonument zijn, is
het gewenst dat zij zoveel mogelijk in gebruik
blijven. De molens zijn gebaat als de produc
tie van snuiftabak wordt voorgezet. Hierdoor
gaan ze niet ten onder aan verwaarlozing.
Het nalaten van onderhoud leidt tot aantas
ting door ongedierte zoals houtworm, waar
mee het voortbestaan bedreigd wordt.
In maart 2015 heeft het Centrum voor Volks
cultuur het verzoek ingewilligd. De produc
tie van snuiftabak staat nu op de lijst van
unieke vaderlandse ambachten en gebrui
ken. Natuurlijk zorgt een inventarislijster niet
alleen voor dat de molens blijven draaien.
Vooral de vrijwillige molenaars vormen de
drijvende kracht achter de instandhouding,
uitvoering en het doorgeven van kennis van
het ambacht.
Samen met commissielid Geert van Nieu-
wenhuizen bracht ik een bezoek aan de
molens om de ambachtelijke verwerking
van snuiftabak en specerijen met eigen
ogen te aanschouwen. We ontmoetten de
vrijwillige molenaar en tevens voorzitter van
de Stichting Snuif en Specerijen Compagnie
De Ster en De Lelie, Jaap Bes. We troffen
elkaar op de brug, waar we genoten van het
idyllische uitzicht over de Kralingse Plas en
waar de molens zich afsteken tegen de Hol
landse lucht. De Ster draait zijn wieken fier
van bedrijvigheid en De Lelie staat er naast
in rust. Bij De Ster wordt op dat moment
september 2015 HEEMSCHUT 11