HL Geniet in de zomer van de Noordelijke Friese Wouden of Noardlike Fryske Walden (NFW). Vergeet Engeland met die eindeloze heggen, want het noordoostelijke deel van Friesland tussen Leeuwarden, Drachten en Dokkum heeft het ook allemaal. Het oude cultuurlandschap is een waar paradijs voor wandelaars en fietsers en verdient het om meer ontdekt te worden. Doordat dit gebied een uitloper is van het Drents Plateau en een ondoorlatende kei- leemlaag heeft, kon hier een dik pakket hoogveen groeien. Vanaf de vroege mid deleeuwen gingen de monniken vanuit kloosters als Klaarkamp bij Rinsumageest (onder Dokkum) het gebied ontginnen. Het kenmerkende coulisselandschap met zijn lange smalle kavels is hier een overblijfsel van. De sloottaluds waren prima groeiplaat sen voor elzen en andere bomen en strui ken die daar spontaan groeiden of soms werden geplant. Deze singels dienden ook als veekering en de voorziening in brand en boerengeriefhout. Op enkele plaatsen, zoals rond Twijzel, werden ook dykswallen of houtwallen opgericht. Zanddijken met steile zijden met daarop bomen en aan de zijkant struiken overheersen hier het wat hoger en droger gelegen landschap. Andere kleine landschapselementen zijn de honderden dobben (drinkpoelen) en pingoruïnes (gla ciale gaten in de grond). Ongeveer 800 tot 1000 (boeren)eigenaren, verenigd in de Vereniging NFW, onderhouden dit cultuur landschap met in totaal ongeveer 150 km aan dykswallen en 1500 km aan elzensin gels, soms samen met vrijwilligers. Voor het beheer van de landschapselementen met natuurwaarde krijgen ze een vergoeding van de provincie. Het gebied is ook rijk aan stinsen en staten, zoals Fogelsangh State te Veenklooster en Stania State te Oentsjerk. Het museum de Schierstins te Veenwouden wordt nu ver bouwd, maar gaat in de zomer weer open. juni 2015 HEEMSCHUT 41

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2015 | | pagina 41