Gastcolumn
Michelinsterren
voor steden
Bezorgde mensen bij de VNG en Erfgoedvereniging Heemschut. Want
de tijd dat het Rijk nieuwe beschermde stads- en dorpsgezichten zal
aanwijzen is voorbij. Althans, als de nieuwe Erfgoedwet, zoals ze er nu
ligt, definitief wordt. Hierin verhuizen alle ruimtelijke ordeningsaspec
ten rondom monumentenzorg naar de Omgevingswet. Het Rijk kan
straks nog slechts een 'instructie' geven voor aanwijzing van nieuwe
beschermde stads- en dorpsgezichten. En dit, in beleidstaal, 'op basis
van de Omgevingswet in het kader van bestemmingsplannen...'
Heemschut liet via de media al doorschemeren, dat het Rijk in dit geval
geen mogelijkheden meer heeft om in te grijpen als het misgaat in een
(historisch waardevol) gebied. De VNG vindt een 'instructie' niet gelijk
waardig aan een aanwijsbevoegdheid. Maar ook Kunsten '92 is bezorgd.
Want met welke criteria kan het Rijk dan nog nieuwe beschermde stads
en dorpsgezichten aanwijzen? En wie houdt toezicht op de gemeenten
of ze de instructie daadwerkelijk overnemen?
Niet verwonderlijk, en terecht, dat genoemde partijen pleiten voor een
steviger aanwijsbevoegdheid van het Rijk in de Erfgoedwet. Want rijks
bescherming heeft de afgelopen decennia meer dan eens aangetoond
van waarde te zijn. De rijksbescherming zorgde ervoor dat monumen
tale stads- en dorpscentra overeind bleven. Daarvan profiteerden ook
gebouwen zonder monumentenstatus. Want in een beschermd gebied
werden ze bij een opknapbeurt zelden gepasseerd.
Het Rijk lijkt het er zich met een vage 'instructie' gemakkelijk van af te
maken. Een opstelling die past in de lijn van de afgelopen jaren. Paul
Meurs liet in de publicatie 'Toekomst beschermd gezicht?' uit 2011 al
weten dat het Rijk lage prioriteit geeft aan het beschermingsinstrument.
Nu zullen de gevolgen van de wetswijziging niet onmiddellijk desastreus
zijn. Gemeenten grijpen niet acuut naar de slopershamer om historisch
waardevolle ensembles te vernietigen. Bovendien: stads- en dorpsge
zichten die nu bescherming genieten, blijven gehandhaafd. Toch is het
een gevaarlijke ontwikkeling. Vooral bij kleine en middelgrote gemeen
ten. Die willen juist kennis en richting van het Rijk als ze beleid maken
voor hun uitzonderlijke gebieden.
En, nogbelangrijker, aanwijzingvaneen beschermd gezicht is een tastbare
erkenningvan de uitzonderlijke kwaliteiten van een gebied. Om met Meurs
te spreken: zoals werelderfgoed of Michelinsterren dat ook doen. Meurs
zegt: 'Een beschermde status leidt tot een ander bewustzijn bij bewoners,
marktpartijen, het groterepublieken de overheid over de kwaliteit. Endaar-
mee tot andere afwegingen, gevoelens en keuzen.' Heb daar maar eens
van terug.
Karl Bijsterveld
Tekstschrijver en pubiicist, onder meer voor ROMagazine.
juni 2015 HEEMSCHUT 31