Architect Wil Schagen uit Nieuwe Niedorp
is al meer dan veertig jaar bezig met het
behoud en restauratie van monumenten. In
zijn geboortedorp Kolhorn begon zijn lange
carrière. In 1973 was Wil Schagen op zoek
naar een afstudeeronderwerp. Hij volgde
in de avonduren het Hoger Bouwkundig
Onderricht aan de Academie van Bouw
kunst in Amsterdam. Zijn mentor werkte
bij de Welstandscommissie van Schagen
die destijds ook een regionale functie had.
Het dorp Kolhorn was in de commissie ter
sprake gekomen en het leek wenselijk om
een integraal plan voor Kolhorn te ontwikke
len. Wil Schagen pakte de handschoen op
en maakte van zijn geboortedorp een mooi
afstudeerproject.
Destijds was het provinciale beleid erop
gericht om voldoende uitbreidingslocaties
te vinden. Volgens prognoses zou de bevol
king drie miljoen zielen tellen en die moes
ten vooral buiten de steden gehuisvest
worden. In de ogen van de beleidsmakers
konden de ingeslapen dorpjes op het plat
teland wel een impuls gebruiken, ook op
toeristisch-recreatief gebied. Tegelijkertijd
stond het erfgoed er beroerd bij en was er
weinig draagvlak onder de bevolking om de
oude boerderijen en visserswoningen op te
knappen. Schagen: 'Bij de meeste bewo
ners waren er onvoldoende middelen om
te investeren in restauratie. Daarbij gaf een
niet onaanzienlijk deel van de bevolking de
voorkeur aan een moderne doorzonwoning.'
Schagen zag daarentegen wel toekomst in
de vaak verkrotte voormalige boeren- en
visserswoningen, charmant gelegen in de
oksel van de dijk. Ook voor de zogenaamde
boeten (turfschuren) bleek herbestem
ming mogelijk, o.a. in de vorm van een
klein streekmuseum. Pand voor pand werd
het verval bestreden. Hierbij ging Schagen
voorzichtig te werk. Schagen: 'In een klein
dorp waar iedereen elkaar kent, doen al
gauw allerlei verhalen de ronde. Daarom
ging ik 's avonds over straat om zaken te
doen. Als de inwoners er lucht van kregen
dat ik hun huisje wilden kopen, dan ging de
prijs natuurlijk meteen omhoog.'
Een blik op het beschermde dorpsgezicht van Kolhorn.
Al wandelend door Kolhorn vertelt Schagen
over de unieke stedenbouwkundige structuur
van het oude Zuiderzeedorp: een rij huizen,
dat bereikbaar is door een voetpad, met
aan de overzijde overtuinen, gelegen aan
de zogeheten Hoogsloot. Een wandeling met
Schagen over de Oude en de Nieuwe Streek,
zoals de looppaden genoemd worden, is als
luisteren naar een buurtkroniek. Bij elk huis
heeft de architect een verhaal over de bewo
ner paraat. De kleine kruidenierswinkeltjes
hebben al jaren geleden plaats gemaakt
voor ruime woonkamers, maar de anekdotes
leven voort. Aan het eind staat Schagen stil
bij een iets terug gelegen woning: 'Hier werd
ik geboren. Het is een predikantenwoning.
Nee, mijn vader was geen predikant. Hij was
herenkapper.' De kapperszaak van zijn vader
zal ongetwijfeld de basis hebben gelegd voor
Schagens anekdotische kennis van het dorp.
Wil Schagen was betrokken bij een project met woningen, waarbij een stolp kon worden behouden.
juni 2015 HEEMSCHUT 29