Behoud erfgoed voor
(regionale) cultuur en identiteit!
Gastcolumn
Mona Keijzer
Cultuur geeft glans aan objecten, mensen en ideeën door ze geïsoleerd of in een
ander daglicht te plaatsen. Kunst en cultuur geven ruimte aan talent, aan kunde en
aan creativiteit. Kunst en cultuur zetten aan tot denken, dragen bij aan ontwikke
ling, verbinden mensen en houden een spiegel voor. Kunst en cultuur, in het kort,
maken de wereld mooier, spannender en interessanter.
Erfgoed is een van de meest zichtbare verschijningsvormen van onze cultuur; het
is vaak letterlijk om de hoek van de straat te vinden en maakt dat je je thuis voelt:
het prachtige kerkgebouw, een streekmuseum met archeologische vondsten uit
de omgeving maar zeker ook, zoals ikzelf opgegroeid in een vissersdorp, de histo
rische botter in de haven. Allemaal hebben zij een enorm belangrijke waarde voor
het behouden van de eigen, lokale en regionale identiteit. Daarnaast zorgt erfgoed
voor een prettigere leefomgeving en heeft het vaak - in de vorm van toerisme
of anderszins - ook nog een belangrijke economische waarde. Dit zijn allemaal
redenen waarom het voor het CDA van het grootste belang is dat erfgoed in heel
Nederland zo goed als mogelijk behouden blijft.
Het is goed dat er één Erfgoedwet komt, waarin overzichtelijk wordt vastgelegd hoe
met het erfgoed wordt omgegaan. Niet in de laatste plaats omdat het ons de gele
genheid geeft het hele erfgoedbeleid integraal tegen het licht te houden. Daarbij
vallen mij direct enkele dingen op. Zo blijkt dat voor ensembles, waarbij roerend en
onroerend erfgoed een geheel vormt, geen aparte aanwijzing als erfgoed mogelijk
is, waardoor het interieur niet mee beschermd wordt. Dat is jammer, want het
interieur is vaak een onlosmakelijk en belangrijk onderdeel van het geheel. Wat
het CDA betreft wordt daarom beter vastgelegd welke interieurs van belang zijn en
krijgen die dezelfde wettelijke waarborgen als ander cultureel erfgoed. Hetzelfde
geldt overigens voor mobiel erfgoed, waarvoor naar mijn mening nu nog te weinig
aandacht is in de Erfgoedwet.
Wat mij ook is opgevallen, is dat er van datgene dat na 1945 is gebouwd, bijna nog
niets als rijksmonument is aangewezen. En dat, terwijl in de wederopbouwperiode
bijvoorbeeld veel beeldbepalende kerken gebouwd zijn, die mogelijk monumentale
waarde hebben. Hier heb ik van de minister gevraagd meer ambitie te tonen in haar
aanwijzingsbeleid. Daarnaast ben ik door onder andere Vereniging Rembrandt er op
gewezen dat in het huidige wetsvoorstel onvoldoende bescherming geregeld is van
kunstvoorwerpen in openbaar kunstbezit. Daarom heb ik een amendement op de
wet ingediend, waardoor het mogelijk wordt om bezwaar en beroep in te dienen als
de overheid bijvoorbeeld een bepaald schilderij wil verkopen.
Ten slotte nog een specifiek aandachtspunt, namelijk het erfgoed in het aardbe-
vingsgebied in Groningen. Hier staan veel monumenten die aanzienlijke schade
oplopen. Verstevigen van deze gebouwen is lastig zonder afbreuk te doen aan de
monumentale status van het gebouw. Voor het CDA
geldt dat hier een belangrijke taak voor het Rijk en
de NAM ligt om gezamenlijk zorg te dragen voor het
behoud van het erfgoed in deze regio. Want ook in
Groningen is, net als al die andere regio's van Neder
land, erfgoed essentieel voor het behoud van de eigen
cultuur en identiteit.
Tweede Kamerlid voor het CDA
en woordvoerder cultuur
juni 2015 HEEMSCHUT 27