0
0
De wandschildering in de Goeman Borgesiusschool.
medaille van de stad Parijs. Ondanks het
feit dat bij haar borstkanker werd geconsta
teerd, blijft ze positief en actief als lid van
de Amsterdamse Commissie voor Speciale
Kunstopdrachten en het Adviescollege voor
Onderwijs van het departement van Onder
wijs en Wetenschappen. Haar eerste grote
solotentoonstelling vond plaats in 1962 in
het Stedelijk Museum. Na haar overlijden in
1966 organiseerden onder andere Museum
Fodor in Amsterdam (1967) en het Cobra
Museum in Amstelveen (2000) overzichts
exposities van haar werk.
De laatst overgebleven muurschildering
van Hunziker, die in het verleden al enkele
malen is gerestaureerd, wordt nu met ver
nietiging bedreigd door de geplande sloop
van het schoolgebouw ten behoeve van
nieuwbouw op dezelfde locatie. De Rijks
dienst Cultureel Erfgoed heeft aangegeven
het kunstwerk als zeer behoudenswaardigte
bestempelen.
Oorspronkelijk is de schildering in de Goe
man Borgesiusschool aangebracht op de
ongepleisterde bakstenen muur. Hierin wer
den twee maal drie deuren opgenomen,
die eveneens van kleuren werden voorzien,
harmoniërend met de omringende schilde
ring. Bij de verbouwing in 1997, waarbij met
respect voor het oorspronkelijke ontwerp,
extra gangen en een nieuwbouwgedeelte
zijn toegevoegd, zijn vijf van deze zes deuren
dichtgemetseld en is een centrale deurope
ning daarvoor in de plaats gekomen. Op de
dichtgemetselde gedeelten is een niet altijd
geslaagde poging gedaan de figuratie van
de wandschildering door te zetten.
Door specialisten en vrijwilligers van
de Werkgroep Monumentale Kunst van
Heemschut worden, in samenwerking met
de bestuurscommissie voor Amsterdam
Nieuw-West, de mogelijkheden voor herbe
stemming van het schoolgebouw inclusief
de wandschildering onderzocht. Herplaat
sing van de betreffende wandschildering
in nieuwbouw elders lijkt niet goed moge
lijk. Heemschut hoopt dat overheden en
mogelijk fondsen zich voor behoud van dit
werk willen inzetten en een redding zullen
faciliteren. Een beschermde status van het
gebouw vanwege het kunstwerk kan daarbij
helpen.
In de periode van de Wederopbouw
(circa 1945-1965) is veel monumen
tale kunst gerealiseerd, in samen
spraak tussen architect en kunste
naar. Vanwege gebreken of omdat
de behuizing niet meer voldoet,
worden steeds meer gebouwen uit
die periode gesloopt. De eigenaars
denken meestal niet aan herbestem
ming, hoewel dat meestal minder
kostbaar is dan sloop en nieuw
bouw.
Dikwijls komen erfgoedorganisaties
of bewonersgroeperingen er pas ach
ter als het te laat is. Het enige wat
dan nog overblijft, is herplaatsing
van de kunst op een nieuwe loca
tie, maar die is vaak moeilijk te vin
den. Bovendien zijn er onvoldoende
fondsen die een dergelijke kostbare
operatie mogelijk maken. Aanklop
pen bij de bevoegde instanties geeft
meestal nul op het rekest.
Ontwerp van de wandschildering.
juni 2015 HEEMSCHUT 13