De noeste, vaak verroeste werkers die tillen en hijsen leiden een wisselvallig bestaan. Enkele, zoals havenkranen, zijn opvallend aanwezig in de openbare ruimte. Maar een groot deel is veel minder zichtbaar: van wandkraantjes in een fabriek tot een windas in een oud pakhuis. Gieivan Hooffen Gerard Jacobs De Schelde te Vlissingen De gerestaureerde kraanbaan in Helmond met daarop het machinistenhuis, mei 2014. Echt veel aandacht hebben ze tot nu toe niet gekregen binnen de monumentenzorg. Ver moedelijk ook omdat men er niet goed raad mee weet. Ze dreigen zo een beetje tussen wal en schip te vallen. Goede voorlichting is bij deze categorie wellicht nog meer van toepassing dan bij minder technisch geori- enteerde objecten. Gelukkig groeien kennis en aandacht voor het kranenerfgoed. Vanaf 2006 werkt een werkgroep aan de inventarisatie van de in Nederland aanwe zige, gebruikte en geproduceerde kranen. De groep, begonnen binnen de vereniging Bouwen met Staal, stelt een zich voortdu rend uitbreidend overzicht op. Verder is de werkgroep betrokken bij uiteenlopende her- bestemmings- of restauratieprojecten. De Nederlandsche Stichting voor het Erfgoed van Kranen is inmiddels in oprichting. Zeer tot de verbeelding sprekende ver schijningen van hijsgerei zijn de hellingkra nen op scheepswerven. Het aantal werven loopt gestaag terug en dan is de vraag: wat te doen met deze reuzenrelicten? Niet alle werfkranen kunnen worden gered. Zo ver dwenen na de sluiting van de voormalige scheepswerf Van der Giessen-de Noord in Alblasserdam in 2009 min of meer geruis loos de twee torenkranen. Dat was vooral een kwestie van geld en bestuurlijke onwil. Hoewel de historische vereniging en de plaatselijke monumentencommissie de kra nen graag wilden behouden vanwege het beeldbepalende karakter, bleek behoud te duur. Opknappen en verplaatsen van de kranen zou minimaal 260.000 kosten. De gemeente Alblasserdam liet nog wel een uitgebreide fotoreportage maken, 'zodat het beeld toch nog bewaard blijft'. Wellicht had een goed advies de discussie over de slechte technische staat kunnen beïnvloeden. Dit argument wordt meermalen zonder onvol doende onderbouwing gebruikt als recht vaardiging voor sloop. In een aantal andere gevallen bleek behoud gelukkig wél haalbaar. Een van de torenkranen van de scheeps werf De Schelde lag een aantal jaren in twee grote delen naast de Timmerfabriek. Wederopbouw kwam in zicht bij een reno vatieplan voor het hele terrein, het 'Schel- 32 HEEMSCHUT maart 2015

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2015 | | pagina 32