Erfgoedwet in voorbereiding
Boerderij
van het Jaar
Domkerk van het Rijk?
Erfgoednieuws
„W --
gsz?
ff
Boerderij Pdbema in Zuidhorn,
detail interieur.
Boerderij Pabema in Zuidhorn is ver
kozen tot Boerderij van het Jaar. De
boerderij overtuigde de jury door de
herbestemmingen: eerst een fabriekje,
nu een ontwikkelingslaboratorium, met
bewoning en erfgoedlogies. De herbe
stemming van deze herenboerderij is
indrukwekkend ambitieus. De nieuwe
eigenaars Wim Pastoor en Annie Beu-
kema zijn volgens de jury een waar
avontuur met het complex aangegaan.
Tot in details zijn onderdelen van de in
het verleden praktisch leeggehaalde
boerderij gerestaureerd en hersteld. De
uitreiking van de prijs vond begin januari
plaats bij de afsluiting van het Thema
jaar van de Boerderij 2013. Uit alle pro
vincies werden boerderijen voor de prijs
voorgedragen.
Voor 2016 moet de Erfgoedwet van kracht
zijn. De noodzaak komt voort uit een -tech
nische- splitsing tussen de gebouwen en
de collecties van de Nederlandse Rijksmu
sea. Minister Bussemaker van OCW streeft
ernaar om met de nieuwe wet collecties
beter te beschermen. Bestaande wetten,
waaronder de Monumentenwet 1988 en
de Wet Behoud Cultuurbezit, zullen in de
nieuwe wet worden geïntegreerd.
Heemschut heeft na een bijeenkomst bij
de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed eind
maart de eerste versie van de wet ontvan
gen. In mei vond een internetraadpleging
plaats. Hierbij hebben we als verenging
onze kanttekeningen geplaatst bij de wet.
Heemschut vindt dat de wet meer kansen
moet bieden voor de opname van roerend
erfgoed en ensembles van waardevolle inte
rieurs. Nu zien we dat tapijten, meubelen
en zogenaamde 'niet nagelvaste' objecten
kunnen worden geveild, terwijl ze in een
aantal gevallen expliciet behoren tot het
oorspronkelijke totaalconcept van een rijks
monument. Daarnaast zou er een uitgebrei
dere lijst moeten komen van onvervangbare
cultuurgoederen, waaronder schepen, vlieg
tuigen en rijdende objecten. Of deze zich in
privé- of publieke verzamelingen bevinden
is voor de aard van het monument - net als
bij de gebouwde monumenten - niet rele
vant. Heemschut pleit tenslotte voor een
eenduidig, openbaar register, dat wordt bij
gehouden door de RCE, en een grotere en
eenduidiger bevoegdheid van de Erfgoedin
spectie.
Eén van de opvallende uitkomsten van
het standaardwerk over de Domtoren van
René de Kam is dat de Utrechtse Domkerk
eigendom is van het Rijk. In 1825 heeft de
Nederlandse Staat zowel de Domkerk als de
Domtoren onder voorwaarden overgedra
gen. De toren ging, zoals vele andere kerk
torens in die tijd, naar de gemeente, de kerk
naar de Protestantse kerk. Echter: niet het
eigendom van beiden werd overgedragen,
maar wel het onderhoud. Pas in 1990 is de
Domtoren, waarover sinds 1901 discussie
werd gevoerd met het Rijk, in zijn geheel
overgedragen aan de gemeente Utrecht. Bij
de kerk is dit niet gebeurd. Zowel de Protes
tantse kerk als het Rijk waren zich hiervan
niet (meer) bewust. Veel kerkgenootschap
pen hadden het liever andersom gezien:
wel het eigendom, maar niet de lasten. De
vraag is nu of, met de aanstaande afstoting
van meer rijksmonumenten door de Rijks
overheid, het eigendom van de Domkerk zal
worden overgedragen aan de Protestantse
Gemeente Utrecht.
De domtoren.
28 HEEMSCHUT juni 2014