via het bestemmingsplan
Nederland is een stedenland bij
uitstek. Aangezien het hier om
oud erfgoed gaat in een hoge
concentratie, kunnen we gerust
spreken van uiterst waardevolle
cultuurhistorische gebieden. Een
goede bescherming is dan ook
op zijn plaats. De auteurs doen
een voorzet voor zorgvuldiger
planologische bescherming.
Gebrek aan eenduidigheid
BESCHERMING
Hugo van Velzen en Marcel van Winsen
Delen van de van oorsprong middeleeuwse binnenstad van Amersfoort zijn dichtgeslibd met
platte daken. In het nieuwe bestemmingsplan is nadrukkelijk gekozen om aan te sturen op de
toepassing van kappen.
Sinds 2012 heeft iedere gemeente de wet
telijke verplichting om in de bestemmings
plannen een beschrijving te geven 'van de
wijze waarop met de in het gebied aanwe
zige cultuurhistorische waarden reke
ning is gehouden'. Deze verplichting houdt
niet ook een visie in hoe de gemeente er
mee omgaat. Daarmee is bereikt dat cul
tuurhistorie in de ruimtelijke planvormings
fase gelijkwaardig met andere belangen
wordt gewogen.
De praktijk laat zien dat veel gemeenten
worstelen met deze verplichting. Vaak ligt
op een historische binnenstad de status
van beschermd stadsgezicht. De beschrij
ving hiervan biedt niet altijd goede richtlijnen
voor een gebiedsbescherming. Ook bestaat
geen overeenstemming over de instrumen
ten die voor bescherming en ontwikkeling
moeten worden ingezet. Idealiter vormt een
gedegen cultuurhistorische inventarisatie de
grondslag, maar deze is wettelijk niet ver
plicht. Formaten aanpak van de inventarisa
ties verschillen en de doorvertaling naar het
beschermend bestemmingsplan is niet eens
luidend. Dit resulteert in een situatie waarin
iedere gemeente op eigen kracht een koers
uitzet en prioriteiten stelt, afhankelijk van de
aanwezige menskracht en politieke wil.
De oorzaak van deze situatie is in eerste
instantie gelegen in een gebrek aan cen
trale sturing. Deze ontbreekt ook voor de
vertaling van cultuurhistorische waarden in
de planregels. Fliervoor bestaat weliswaar
een nuttige handreiking, maar deze is niet
als harde randvoorwaarde vastgelegd. Het
gros van de cultuurhistorische inventarisa
ties biedt zelf geen handreiking voor een
vertaalslag naar de planregels. De afde
ling erfgoed van een gemeente lijkt soms
nauwelijks betrokken bij het maken van
bestemmingsplannen. Het resultaat is uit
eindelijk een weinig optimale bescherming.
Het begrip 'beschermend bestemmings
plan' is eveneens niet vastomlijnd. Het
beschermend karakter is in de afgelopen
vijftigjaar hoofdzakelijk in de gemeentelijke
praktijk ingevuld. Zo kende Utrecht tot 2007
een situatie waarbij voor de noordelijke bin
nenstad binnenterreinen volledig konden
worden bebouwd, panden worden samen
gevoegd en kappen opgehoogd. Daarnaast
waren er zeer gedetailleerde bestemmings
plannen met optimale bescherming voor de
rest van de binnenstad. Beide vormen kon
den naast elkaar het predicaat 'bescher
mend bestemmingplan' dragen; dit met
goedkeuring van de provincie én de rijks
overheid. Ook nu nog komen matig bescher
mende bestemmingsplannen voor bij waar
devolle historische kernen. De nieuwe Wet
20 HEEMSCHUT december 2013