L
CONCLUSIE
SPEERPUNTEN HEEMSCHUT
Het is voor het eerst dat een particuliere organisatie een onderzoek doet naar het gemeentelijke monumentenbeleid van
alle Nederlandse gemeenten. Onder meer door de beperktheid van het aantal vragen is de uitkomst echter een indicatie
voor het algeheel gevoerde gemeentelijke beleid. Immers: wij hebben niet bij alle vragen kunnen nagaan of met regels
en richtlijnen ook daadwerkelijk goed wordt omgegaan, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Niettemin is het mogelijk om naar
aanleiding van de resultaten uitspraken te doen over zowel individuele gemeenten als een aantal interessante algemene
conclusies te destilleren. Opvallend is in ieder geval dat grotere gemeenten beter uit het onderzoek komen dan kleinere
gemeenten. De mogelijke reden kan liggen in het feit dat grote gemeenten een groter ambtenarenapparaat hebben. De
constatering biedt in ieder geval een argument voor verdere samenwerking tussen grote en kleine gemeenten. Samen
werkingsstructuren zijn naar onze indruk ook de reden voor de positieve uitslagen van de provincies Noord-Brabant en
Gelderland. In deze provincies zijn actieve ondersteuners aanwezig, te weten Erfgoed Brabant en het Gelders Genoot
schap. Helaas zijn er door heel Nederland ook veel slecht scorende gemeenten. We hebben de indruk dat een aantal
gemeenten niet aan de wettelijke vereisten voldoen, maar houden rekening met de mogelijkheid dat bij het verzamelen
van informatie er onvolkomenheden zijn. Toch kan geconcludeerd worden dat bepaalde gemeenten onvoldoende aan
dacht besteden aan hun monumenten en deze bestuurlijke verwaarlozing mag niet genegeerd worden. Daarnaast blijkt
uit het onderzoek dat een aantal grotere monumentengemeenten minder scoort dan men zou verwachten.
Verrassend is het soms grote verschil tussen de antwoorden van de gemeentelijke monumentenambtenaren en wat
geconstateerd is door onze onderzoekers. De vragen 8, 9 en 10 en 18, 19 en 20 zijn hetzelfde geformuleerd en zowel
aan ambtenaren als onderzoekers voorgelegd. Doordat beide groepen soms verschillende antwoorden terugstuurden,
kan geconcludeerd worden dat niet overal even duidelijk over monumenten wordt gecommuniceerd. Meer transparantie
en uniformiteit zijn gewenst! Minder verrassend wellicht was de veelgehoorde klacht van de onderzoekers over slecht
functionerende gemeentelijke websites. In dit digitale tijdperk is de website een essentiële informatiebron voor burgers,
ook op het gebied van monumentenzorg. Zonder een goede communicatie kan de burger de overheid eenvoudigweg niet
objectief controleren.
Heemschut heeft op basis van dit onderzoek een drietal speerpunten geformuleerd,
waarvan we hopen dat deze de komende raads- en collegeperiode zullen worden ver
beterd. De eerste twee speerpunten betreffen de communicatie richting burger. Op
dit moment ontbreekt een register van alle gemeentelijke monumenten. Ons inziens
ligt hier een taak voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een koppeling van
de gemeentelijke monumenten aan het register van Rijksmonumenten zou een grote
vooruitgang zijn. Vooruitlopend daarop zouden alle gemeenten hun gemeentelijke
monumenten(lijsten) zelf online dienen te zetten.
Het tweede punt is een meer actieve informatieverstrekking richting monumente
neigenaren, bijvoorbeeld in het geval van een grote ingreep in een monument. De
doelgroep van de monumenteneigenaar is op gemeentelijke websites vaak vergeten.
Beide speerpunten zijn relatief eenvoudig te realiseren en hebben een groot effect op
de bescherming van en bewustwording over onze monumenten.
Het derde speerpunt gaat over de positieve vermelding van cultuurhistorie en monu
menten in de college- of coalitieakkoorden. Met de aanstaande gemeenteraadsverkie
zingen en aansluitend de vorming van nieuwe colleges is dit het moment bij uitstek om
monumenten en erfgoed in de toekomst aandacht te geven in het gemeentelijk beleid!
LANDELIJKE VERGELIJKING
1. 338 gemeenten (83%) hebben een
recente monumentenverordening.
2. 388 gemeenten (95%) hebben een
monumentencommissie.
3. 195 gemeenten (48%) hebben een vastge
stelde beleidsnota of -visie op het gebied van
cultuurhistorie, monumenten en/of erfgoed.
4. 217 gemeenten (53%) hebben een lijst
met gemeentelijke monumenten op
hun website.
5. 94 gemeenten (23%) hebben positieve
uitspraken over monumenten in het college
akkoord.
6. 198 gemeenten (49%) hebben een bepaling
m.b.t. cultuur- en bouwhistorisch onderzoek
in de monumentenverordening.
7. 216 gemeenten (53%) geven op internet
gedetailleerde informatie over hun
monumenten.
8. 254 gemeenten (62%) besteden in hun
bestemmingsplannen aandacht aan
monumentale waarden.
9. 114 gemeenten (28%) attenderen hun
monumenteneigenaren op het verplichte
cultuur- en bouwhistorisch onderzoek bij
een grote ingreep.
10. Bij 224 gemeenten (55%) zijn de rechten
en plichten voor monumenteneigenaren
eenvoudig te vinden.
december 2013 HEEMSCHUT G15