Gastcolumn Vera Bergkamp Wat voor mij in dit proces duidelijk werd, is dat het kabinet geen heldere visie heeft op cultureel erfgoed en dat het goed is om hier een discussie over te star ten. Want hoe definieer je cultureel erfgoed? Kun nen we alles behouden? Wat is de rol van het Rijk, de provincie en de gemeente? Wat is de taak van particulieren en commerciële marktpartijen? Minister 5 Bussemaker komt dit jaar nog met een visie over het -S museumbestel. Laat het daarna tijd zijn voor een visie 1 over het cultureel erfgoed bestel, om genante vertonin- tr gen, zoals bij de afstoting van de 34 rijksmonumenten, te voorkomen. Als nieuw Kamerlid breng ik tot volle tevredenheid veel tijd door binnen de muren van een monumentaal pand: het gedeelte van het Tweede Kamergebouw waar de D66-fractie zetelt, stamt uit de 19de eeuw en heeft de status van rijksmonument. Binnen mijn woonplaats Amsterdam is het haast onmogelijk een wandeling te maken die niet langs een monument voert. Het is niet voor te stellen hoe deze stad eruit zou zien zonder deze gezichtsbepalende elementen. Ook bezocht ik onlangs met genoegen een festival in Amsterdam waar het draaiorgel centraal stond, een voorbeeld van mobiel erfgoed. Ik ben dan ook erg blij dat ik namens D66 woord voerder kunst en cultuur ben. Ik voel me, als rasechte D66-er, verantwoordelijk om ons cultureel erfgoed te beschermen. Juist in deze tijd. Als het economisch allemaal wat minder gaat, dan ontstaat de neiging om het belang van kunst en cultuur minder te waarderen. Alles wat niet direct in cijfers is uit te drukken of consumeerbaar is, komt terecht in de gevarenzone en wordt kwetsbaar. Als nieuwe woordvoerder kwam ik hiervan al snel een eerste voorbeeld tegen. In december 2012 las ik een brief van Minister Blok (Wonen en Rijksdienst), waarin terloops werd aangegeven dat 34 rijksmonumenten waren aangemerkt als monu- Lid Tweede Kamer D66, woordvoerder: langdurige zorg, jeugdzorg en kunst en cultuur. menten die vervreemd konden worden, omdat ze niet langer nodig zijn voor rijksgebruik. Enkele voorbeelden zijn de Kronenburgertoren in Nijmegen, het grafmo nument van Piet Hein in Delft en de Vesting Naarden. Mijn eerste reactie was: 'Waarom wordt dit onderwerp behandeld of beter gezegd afgehandeld door Minis ter Blok en niet door Minister Bussemaker, omdat het hier toch echt gaat om cultuur?' Een reden voor mij om hierover schriftelijke vragen te stellen. De drei gingvan versnippering was aanwezig. Als provincie en gemeenten geen interesse en/of de middelen hadden om deze monumenten over te nemen, dan zouden ze worden aangeboden aan 'de markt'. Vervolgens kreeg ik met moeite voor elkaar dat er een algemeen overleg kwam over dit onderwerp in aanwezigheid van beide bewindspersonen. Al snel werd duidelijk dat de com motie die de aankondiging had opgeleverd, voor de bewindspersonen voldoende was geweest om toch maar niet te versnipperen, maar om met de Nationale Monumentenorganisatie in gesprek te gaan over even tuele overname van de monumenten. Onduidelijk is nog of dit geslaagd is. december 2013 HEEMSCHUT 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2013 | | pagina 11