ïl-s -I' JYf
j
8HS
'W&SÊ&
>7
Vergroten en verspreiden van kennis
Monumenten van de wederopbouw
De verfdoos, ontworpen in 1954 doorAUart Warnars.
De opleving van de waardering voor kunst,
architectuur, stedenbouw en landschap uit
de wederopbouwperiode is gaandeweg een
serieuze factor geworden in de discussie
over de instandhouding en verdere ontwik
keling van dit erfgoed. Waren het in eerste
instantie een handje vol kunsthistorici die
als koplopers fungeerden in de strijd tegen
vooroordelen als: lelijk, achterhaald, saai,
getto's van sociale woningbouw, vergrijsde
en criminele buurten, vernietigde land
schappen ruilverkavelingen) en verloe
derde barbecueplekken (plantsoenen in de
naoorlogse wijken), inmiddels is het waar
debesef voor dit erfgoed bijna gemeengoed
bij iedereen die de cultuurhistorie een warm
hart toedraagt. Het Rijk ziet de zorg voor
dit erfgoed als een belangrijke verantwoor
delijkheid. Niet alleen door gebouwen en
complexen aan te wijzen als rijksmonumen
ten. De aanwijzing is beperkt en zal beperkt
blijven. De Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed beschouwt de directe zorg voor
het erfgoed vooral als een taak van lagere
overheden, van particulieren en particu
liere organisaties. Van groot belang is de
opgave voor de RCE kennis op te bouwen,
te verzamelen en te delen en zodoende
het draagvlak en de waardering van het
wederopbouwerfgoed op een hoger peil te
brengen. Historisch en cultureel bewustzijn
bepalen onze waardering van het verleden
en de mate waarin wij ons (kunnen) identi
ficeren met onze omgeving. Maar kennis is
ook nodig om afgewogen keuzes te kunnen
maken, wanneer sloop toch niet voorkomen
kan worden.
Bij de aanwijzing van rijksmonumenten uit
de wederopbouw gaat het om een beperkte
toplijst. In de Beleidsregel aanwijzing
beschermde monumenten 2009 staat aan
geven dat het gebouw een evidente mijlpaal
in de ontwikkeling van de architectuur en
stedenbouw moet zijn of een essentieel
toonbeeld van cultuur- of sociaalhistori
sche ontwikkelingen in Nederland. Daar
naast dient het gaaf en zeldzaam te zijn,
een goed perspectief op behoud en een
positieve invloed op de kwaliteit van zijn
ruimtelijke omgeving te hebben. De aanwe
zigheid van monumentale kunst is een pré.
Tijdens de procedure van de selectie van
de topmonumenten uit de periode 1959-
1965 heeft de RCE ook de buitenwacht om
reactie gevraagd. De opgestelde groslijst
is - behalve aan de betrokken gemeenten
- onder andere aan Heemschut, de Neder
landse Tuinenstichting, het Cuypersgenoot-
schap, de Protestantse Kerk Nederland
en de Bisdommen voorgelegd. De voorge
dragen suggesties zijn meegenomen in de
selectie die uiteindelijk aan de Raad voor
Cultuur is voorgelegd.
De selectielijst is geen canon, maar een
afspiegeling van de architectuur en de
sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
in Nederland. De vroeg-naoorlogse jaren
van schaarste en soberheid en het begin
van de welvaartsstaat eind jaren vijftig, na
de vondst van aardgas bij Slochteren; de
opbouw van de verzorgingsstaat, waarbij de
rijksoverheid steeds meer zorgtaken op zich
nam; loonpolitiek werd losgelaten, waarmee
ook de consumptieve bestedingen stegen
en luxeartikelen - zoals een wasmachine,
koelkast en auto - tot de mogelijkheden van
arbeidersgezinnen gingen behoren; de vrije
In het kader van de Week van de
Wederopbouw verschijnen drie boeken:
Anita Blom (red.), Atlas van de weder
opbouw Nederland 1940 - 1965.
Nieuw Nederland.
Dorine van Hoogstraten en Ben de
Vries, Monumenten van de weder
opbouw Nederland 1940 - 1965.
Opbouw en optimisme.
Frans van Burkom, Yteke Spoelstra
en Simone Vermaat (red.), Kunst
van de wederopbouw Nederland
1940 - 1965. Experiment in opdracht.
HEEMSCHUT september 2013