<550
i
1
De Arnhemse Koepelgevangenis geldt als
een van de eerste toepassingen op grote
schaal van het zogenaamde panopticum
principe. Dit 19d8-eeuwse ideaal type gevan
genis werd bedacht door de Engelse rechts
filosoof Jeremy Bentham. Na verschillende
projecten van kleinere omvang in Europa
kreeg de Arnhemse Koepelgevangenis 206
cellen. De koepel biedt een overweldigende
ruimtelijke werking. De gevangenis van
Breda (1882-88) is een herhalingsproject.
De Koepel in Haarlem is van latere (1899-
1901) datum. Beide zijn ook naar ontwer
pen van justitieel architect Metzelaar. Deze
is kleiner en is met moderne bouwtechnie
ken tot stand gekomen. De essentie van
de monumentwaarde ligt in de rigide uit
werking van het toenmalige principe van de
individuele vrijheidsstraf, die met name tot
uiting komt in het koepelgebouw zelf.
Begin jaren '90 van de vorige eeuw kwam
de Arnhemse Koepelgevangenis leeg te
staan, als gevolg van grote achterstand
in het onderhoud en vanwege de ver
meende ongeschiktheid van het betreffende
gebouwconcept voor een eigentijdse gevan
genis. Door het toenmalige grote tekort aan
celcapaciteit is gezocht naar mogelijkheden
tot herbestemming als gevangenis. Vanaf
1993 werkte Martin van Dort van Archivolt
Architecten aan de restauratie en herbe
stemming die uiteindelijk in 2005 werd
voltooid.
Anno 2013 dreigt opnieuw sluiting van de
Arnhemse Koepelgevangenis, evenals die
van Breda, Haarlem en Scheveningen. Van
wege de grote centrale ruimte is de exploi
tatie en daarmee de instandhouding van de
essenties van dit type monument alleen te
waarborgen door middel van een hoogwaar
dige functie, zoals een gevangenis.