Ruime kavels
kenmerken de unieke
kunstenaarshuizen
Noord en zuid
Westdorp
Zeker, museaal wordt Bergen gekoesterd.
Dit najaar wordt het sinds 1993 bestaande
Museum Kranenburgh heropend met een
grootse uitbreiding, een kunstenaarsdorp
waardig. Maar een punt van zorg is het
bewaren van de plekken van inspiratie: niet
alleen de ateliers en schrijvershuizen, maar
ook het landschap, dat de creativiteit van
de bewoners heeft gevoed.
De eerste groep kunstenaars vestigde zich
tussen 1900 en 1910 aan de noordrand
van het toen nog kleine dorp. Daar, vanuit
de bosschages op de geestgrond, had men
een weids uitzicht over het polderland en
op de hoge duinen van Schoorl. De nieuwe,
villa-achtige huizen waren traditioneel
van opzet en voegden zich harmonisch in
het landschap. Ze staan er allemaal nog.
Sommige zijn ontworpen door architecten
van buiten, zoals de woningen van graficus
Jaap Veldheer en zijn vriend en collega Job
Graadt van Roggen. Ze werden gebouwd
aan de Russenweg in de toen geliefde 'Oud
hollandse' stijl door J.A.G. van der Steur uit
Haarlem. Andere huizen werden ontworpen
door plaatselijke bouwmeesters, zoals de
woningen van de dichter C.S. Adama van
Scheltema (Maurits Plate), de schilderes
Etha Fles (Coen Bogtman) en het vorm
geversechtpaar Van der Hoef-van Rossem
(Jan Leijen). Weer andere waren een eigen
ontwerp, zoals het huis en atelier van beeld
houwer Tjipke Visser en het atelier van
Graadt van Roggen. Van deze eerste reeks
zijn alleen de beide panden van Visser sinds
kort op de gemeentelijke monumentenlijst
geplaatst. Het weidse landschap is al lang
volgebouwd.
De tweede groep kunstenaars verspreidde
zich over de zuidrand van Bergen, in de
buurten Oostdorp, Zuidergeest en West
dorp. Het bekendste huis is dat van de dich
ter Adriaan Roland Holst aan de Nesdijk.
Iets meer naar binnen toe ligt de eerste
speciaal gebouwde expositiezaal. Deze
werd gesticht in 1928 door kunstmecenas
en verzamelaar Piet Boendermaker en was
jarenlang het brandpunt van de Bergense
School-schilders. De 'Kunstzaal' kreeg een
tweede, wellicht nog belangrijker leven als
de woon- en werkruimte van Lucebert. Op
een steenworp afstand bevindt zich een
kapberg, waar de leden van de 'jonge schil
dersbent' vanaf 1908 succesvolle zomer-
exposities hielden. Tot die groep behoorden
Nout Colnot en Dirk Filarski. Hün mecenas
was August Maschmeijer, bewoner van het
naburige, kapitale pand 'Zuilenhof'. Dit huis
is provinciaal monument, maar de kapberg
'waar alles begon' is onbeschermd.
En hoewel de Kunstzaal op de rijksmonu
mentenlijst staat, gaat de daar eind jaren
1950 omheen gebouwde Boendermaker-
hof, die zich met zijn lage rijtjeswoningen
in aangepast materiaalgebruik zo goed in
de sfeer van deze plek voegt, binnenkort
tegen de vlakte. De nieuwbouw wordt hoger
en 'eigentijds'. Ook al blijft het grondplan
hetzelfde, de bouwmassa neemt dermate
toe dat de onderlinge verhoudingen en de
visuele beleving volkomen worden gewijzigd.
Elders op de Zuidergeest is een groot aan
tal atelierwoningen van bekende kunste
naars als Nout Colnot, Matthieu Wiegman,
Henri ten Holt, Simeon ten Holt en David en
Jeanne Kouwenaar-Bijlo vogelvrij.
De situatie is naar verhouding nog het gun
stigst in Westdorp. Hier vindt men de ate
lierwoningen van onder anderen Leo Gestel,
Piet Worm, Charley Toorop en Edgar Fern-
hout, Gerrit van Blaaderen en Dirk Filarski,
Jac. Koeman, Jaap Min, Dirk Vis, Jan Ponstijn
en Jan van Herwijnen. Een aantal van deze
huizen is vanwege de bijzondere architectuur
beschermd. Daaronder is bijvoorbeeld 'De
Vlerken' (Buerweg 19), gebouwd in 1921 in
opdracht van Jan Toorop voor zijn dochter
naar ontwerp van Piet Kramer. Het mede door
Kramer ingerichte interieur is later gemoder
niseerd door niemand minder dan Gerrit Riet
veld. Het huis van Jan Ponstijn (Wiertdijkje
16) is een eigen ontwerp in traditionele land
huisstijl uit 1926. De atelierwoning van illus
trator Piet Worm (Nachtegalenlaantje 21) is
daarentegen weer een functionalistisch ont
werp van A. Elzas uit 1939, met een voor die
tijd kenmerkend lessenaardak.
De huizen in Westdorp staan over het alge
meen nog op ruime kavels met veel opgaand
groen, geheel in stijl met de filosofie die ten
grondslag heeft gelegen aan de ontwikkeling
van Bergen in de eerste helft van de 20ste
eeuw. Hoewel er de laatste jaren een ten-
dens is tot groter bouwen op opener terrein,
is hier toch nog veel bewaard van de sfeer
van een eeuw geleden. In dit deel van de
polder zijn ook nu nog een paar veehouders
te vinden, maar hoelang zij het nog zullen
volhouden is onzeker. Natuurontwikkelaars
hebben hun welgevallig oog ook al op deze
hoek van het agrarisch domein laten vallen.
Bescherming van de huizen als monument is
één ding. Ze min of meer in hun oorspron
kelijke omgeving handhaven is iets anders.
En het geven van een nieuwe bestemming is
nog weer een volgende opgave.
juni 2013 I HEEMSCHUT 7
Wiertdijkje 10, atelier Jaap Min.