AAnnï\A/^ 55 rtc Gastcolumn I V II II II 1/ ^rl ^rl Directeur Federatie Ruimtelijke Kwaliteit -L X X t T X< (voorheen Federatie Welstand) Met nogal wat publicitair geweld wordt in Den Haag het complete wettenstelsel voor de fysieke leefomgeving op de helling gezet. Met donderend geraas glijden zestig wetten, honderd AMvB's en nog veel meer ministeriële regelingen van de glijbaan om allemaal samen in het ene mandje van de Omgevingswet te vallen. De glijbaan pas seert de natuurwetgeving via de bestemmingsplannen, trekt langs de bouwregels en reikt tot en met de fijn stof depositie, waarbij in het voorbijgaan uiteraard de monu mentenwetgeving en de regels op het gebied van welstand meegenomen worden. Niets blijft bij het oude, zoveel is duidelijk. Welstand verdwijnt als zelfstandige 'wei- geringsgrond', want het wordt onderdeel van het nieuwe 'Omgevingsplan', dat in de plaats komt van het bestemmingsplan. In dat plan kan je opnemen dat het uiterlijk van een bouwwerk niet in strijd mag zijn met redelijke eisen van welstand of dat het centrum, vanwege zijn cultuurhistorische waarde, bijzondere aandacht verdient, maar je kan die zinsneden ook weglaten. En de welstandscommissie, die nu nog een wettelijke basis heeft, zal straks geheel facultatief worden. Dat is voor de honderd jaar oude praktijk van welstandszorg bedreigend. Toch heb ben de welstandscommissies en -organisaties op deze berichten niet gereageerd vanuit angst. Naar onze smaak biedt de nieuwe Omgevingswet enorme kansen om op een veel intelligentere manier om te gaan met de ruimtelijke kwaliteit van onze leefomgeving. In december 2012 is door hen het pleidooi Mooiwaarts aan verant woordelijk minister Schultz van Haegen aangeboden, waarin benadrukt wordt dat integrale ruimtelijke kwaliteit de basis moet zijn van de nieuwe wet. Dat pleidooi is inmiddels overgenomen. De Omgevingswet probeert namelijk afstand te nemen van alle afzonderlijke normen, regels en eisen, die op dit moment stuk voor stuk en elk afzonderlijk gehanteerd moeten worden bij de vraag of een (bouw-) plan doorgang kan vinden. De wet gaat uit van de gedachte dat het hele plan op zichzelf wordt beschouwd tegen de vraag of het voor de ruimtelijke kwaliteit een meerwaarde oplevert. Als het antwoord daarop positief is - daarover heeft het col lege zich in de gemeenteraad te verantwoorden - dan kan het plan doorgang vinden. Vergelijk het met een verbouwing van een monument. Daarbij gaan altijd cultuur historische waarden verloren, maar de gebruikswaarde neemt toe en er spelen welstandsaspecten een rol. Het komt wel eens voor dat zo'n verbouwing een posi tief welstandsadvies krijgt en een negatief monumentenadvies. Een geïntegreerde commissie voor welstand en monumenten zal het daar niet bij kunnen laten. Er komt een advies, waarin niet alleen gekeken wordt naar de sectorale norm, maar waarin vervolgens het gezond verstand plus de vakkennis van de onafhankelijke adviseurs leiden tot de conclusie dat de verbouwing wel of niet door de beugel kan. Op steeds meer plaatsen worden geïntegreerde welstands- en monumentencom missies uitgebreid tot Commissies Ruimtelijke Kwaliteit, die veel meer disciplines combineren. Daar wordt ook gesproken over stedenbouwkundige plannen, land- schapsbeleid, reclame-uitingen, openbare ruimte en infrastructuur. De Omgevingswet maakt het noodzakelijk om bij ieder plan op een dergelijke geïn tegreerde manier te kijken naar ruimtelijke kwaliteit. De wet legt bij particulieren én bij de gemeente een zorgplicht neer voor ruimtelijke kwaliteit. De kaders voor die kwaliteitsafweging neemt de gemeente op in het Omgevingsplan en in de Omgevingsvisie. Zonder kwa liteitskaders, zonder visie, kan een gemeente haar zorgplicht onmogelijk waarmaken en het is dan ook onbegrijpelijk dat in de concept-wet die visie niet ver plicht is. De vraag of een bepaald project een meerwaarde oplevert voor de ruimtelijke kwaliteit kan B&W niet zelf beantwoorden. Het is mijn onderbouwde overtuiging (zie www.mooiwaarts.nldat daarvoor een onafhankelijk advies noodzakelijk is van vakmensen die ondanks hun passie voor kwaliteit in staat zijn sector-overstijgend te oordelen. Een adviescommissie dus die expertise op het gebied van monumentenzorg, welstand, stedenbouw, openbare ruimte en landschap verenigt. Met zulke com missies kunnen we minstens een eeuw verder. juni 2013 HEEMSCHUT 21

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2013 | | pagina 21