Het is boerderijen niet altijd aan te zien dat ze een belangrijke cultuur historische waarde vertegenwoordigen De opgave Voor wie bedoeld? heid van de steden goed ontwikkelende sector (inmiddels circa 11.000 bedrijven), richt zich op plattelandsvernieuwing door middel van multifunctionele landbouw. De bedrijven combineren minimaal twee ver schillende activiteiten waarvan er minstens één betrekking heeft op de traditionele landbouw. Daarnaast gaat het om boerde rijeducatie (met name kennis van voedsel productie), agrarische kinderopvang, agra risch natuurbeheer (op perceelniveau, maar steeds meer op gebiedsniveau), recreatie en toerisme, verkoop van streekproducten en zorglandbouw. Naast vernieuwde agrarische activiteiten is de vrijkomende boerderij door velen al eerder ontdekt als uitstekende plek om te wonen en te werken. In het oog springende projecten zijn er vele. Zie bijvoorbeeld de Erfgoed balans 2009 die aangeeft dat inmid dels niet minder dan ruim 50.000 boerde rijen een andere dan de oorspronkelijke agrarische bestemming hebben gevonden. Nieuwe functies zijn bijvoorbeeld: galeries, winkels, hospices, theeschenkerijen, kanto ren voor kleine ondernemingen, zorgcentra, enz. En als het gaat om wonen, dan zijn er de knoop-erven. En de paardenbakken... De waarde van het landelijk areaal, voor zover niet bedoeld voor bewoning, natuur of infrastructuur, wordt in hoge mate bepaald door het gebruik dat er van dat land wordt gemaakt. De grootgebruiker is nog steeds de agrarische sector. Ook in de huidige ont wikkelingen waarin de agrarische onderne mer zich genoodzaakt weet voortdurend te vernieuwen en schaalvergroting toe te pas sen om het hoofd boven water te houden, heeft het overgrote deel van het buitenge bied een agrarische bestemming: meer dan de helft van het totale Nederlandse grond oppervlak (het water niet meegeteld). Heel anders ligt het als je kijkt naar het gebruik van de boerderijen zelf. Van de al genoemde 90.000 oudere boerderijen (gebouwd vóór 1965) is nog slechts een derde als volwaardig agrarisch bedrijf in gebruik. En dat wordt gestaag minder: er stoppen per week gemiddeld zo'n 35 boe ren met hun bedrijf. De grond wordt ver kocht aan de buurman-boer die verder gaat. Wellicht anders dan bij meer in het oog springende monumentale gebouwen, is het boerderijen niet altijd aan te zien dat ze een belangrijke cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen. Dat komt omdat boe ren genoodzaakt waren (en nog steeds zijn) hun huis en bijgebouwen voortdurend aan te passen aan de bedrijfsmatige behoefte. Geen gebouwencomplex dat zo vaak werd veranderd, vergroot, samengevoegd, afge broken en weer opgebouwd als een boer derij. Waar het agrarisch bedrijf actief wordt uitgeoefend, is het vaak niet praktisch al te zeer rekening te houden met de behou- denswaardige karakteristieken van het boe renhuis en -erf. Ongeveer 6500 boerderijen hebben de sta tus van rijksmonument, daarnaast zijn er nog zo'n 4 a 5000 gemeentelijke of provin ciale monumenten. Kortom: nog zo'n 88% van de historische boerderijen is onttrokken aan gericht toezicht op monumentale waar den (zie ook het artikel van Judith Toebast in Heemschut, december 2011). De opgave waar politiek, belangengroepen, ondernemers en eigenaren voor staan, is om in deze zich in hoog tempo voltrekkende veranderingen, beleid te ontwikkelen en toe te passen. Kansrijke initiatieven te ontwik kelen teneinde een nieuwe economische basis te creëren om het buitengebied leef baar en aantrekkelijk te houden. En in het kader van Het Jaar van de Boerderij 2013: om het cultuurhistorisch belang van agra risch erfgoed te midden van deze ontwikke lingen te benadrukken en te voorkomen dat juist dit aspect in het geweld ondersneeuwt. Het Jaar van de Boerderij 2013 richt zich met haar programmaonderdelen op een breed publiek van mensen die te maken hebben mét, of gewoonweg geïnteresseerd zijn in boerderijen. In de eerste plaats zijn dat de eigenaren. Deels betreft het nog steeds de boeren die een volwaardig of een multifunctioneel agrarisch bedrijf uitoefe nen, deels gaat het om ondernemers met niet-agrarische activiteiten. Het programma biedt eigenaren alle gelegenheid inspiratie en kennis op te doen. Desgewenst biedt het hen houvast in de vorm van nuttige informa tie en contacten bij het nemen van beslis singen ten aanzien van instandhouding van 8 HEEMSCHUT maart 2013 Eenroedige bergkap bij Zelhem.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2013 | | pagina 8