De grachtengordel is een
van de meer dynamische
stedelijke gebieden op
de werelderfgoedlijst
In 1662 werd het uitbreidingsplan voor de vierde vergroting vastgesteld.
Bescherming en ruimtelijke dynamiek
De binnenstad van Amsterdam is een
beschermd stadsgezicht, maar bevat ook de
grootste concentratie gebouwde monumenten
van Nederland - zo'n 8000 in totaal. Daarmee
valt niet alleen de stedenbouwkundige struc
tuur, maar ook een groot deel van de bebou
wing onder een vorm van bescherming. Ook
is de binnenstad belegd met beschermende
bestemmingsplannen. Met de aanwijzing als
beschermd gezicht is de Waarderingskaart
Beschermd Stadsgezicht vastgesteld. Op deze
kaart is een groot aantal panden aangewezen
als 'categorie 2'. Dat zijn de onderdelen van over
wegend monumentale gevelwanden die niet als
monument beschermd zijn, maar op het niveau
van de gevelwand of het bouwblok ondersteu
nend zijn aan het stadsbeeld. Voor de voorgevel
en de kap van deze panden wordt in beginsel
geen sloopvergunning afgegeven. De bescher
ming gaat minder ver dan een monumentensta
tus, maar draagt sterk bij aan de instandhouding
van de bouwkundige hoofdstructuur. Hiermee
is een groot deel van de historische bebouwing
- in aanvulling op de rijks- en gemeentelijke
monumenten - beschermd tegen sloop. De
waarderingskaart is de afgelopen jaren sturend
geweest bij inspanningen en investeringen op
het gebied van restauratie, herbestemming en
nieuwbouw.
Bescherming is gecombineerd met functio
nele flexibiliteit in de bestemmingsplannen. Een
groot deel van de bouwmassa kreeg de bestem
ming 'gemengde doeleinden'. Deze maakt het
mogelijk dat gebouwen binnen hun planologi
sche bestemming van functie kunnen wisselen.
Zo kan bijvoorbeeld een kantoorverdieping
zonder bestemmingswijziging worden ingericht
voor een woonfunctie en andersom. Functiewij
zigingen spelen zich voor het overgrote deel af
binnen het bestaande gebouwenbestand. De
stedenbouwkundige opgave ligt in zorgvuldig
beheer en waar nodig behoedzame transfor
matie.
Bezien vanuit de aspecten van regelgeving
en eigendom wordt de binnenstad gekenmerkt
door een grote continuïteit. De burgemeesters
en de vroedschap stelde in de zeventiende
eeuw eisen aan de bebouwing in de grachten
gordel en het gebruik ervan. Bezien binnen de
geschiedenis van de stedenbouw in Nederland
is aan de grachten altijd sprake geweest van
relatief strenge regelgeving.
Het overgrote deel van de grond en de
gebouwen is particulier bezit. Dat is sinds de
zeventiende eeuw zo geweest, toen de eerste
eigenaren de grond kochten op door de stad
georganiseerde veilingen. Een deel van de
regelgeving - bijvoorbeeld de voor de vroeg
moderne tijd unieke regeling van keurtuinen
- is rechtstreeks herleidbaar op de zeventiende
eeuw. De stedenbouwkundige structuur van
de zeventiende-eeuwse stad is op hoofdlijnen
ongewijzigd gebleven, ondanks het feit dat de
binnenstad nu het centrum is van een verstede
lijkte regio. Sterke overheidsbemoeienis, gecom
bineerd met een hoog aandeel privébezit en
een betrekkelijk vrije grond- en huizenmarkt,
heeft geleid tot instandhouding van de steden
bouwkundige structuur en van een groot deel
van de bebouwing. De echt grootschalige aan
passingen van de stedenbouwkundige struc
tuur dateren van na de Tweede Wereldoorlog,
afgezien van de doorbraak van de Raadhuis
straat die aan het eind van de negentiende eeuw
plaats vond en de eenzijdige verbreding van
de Vijzelstraat in de jaren twintig van de vorige
eeuw. De naoorlogse ingrepen in de binnenstad
waren het gevolg van de aanleg van de IJtunnel
en de oostlijn van de metro. Deze projecten zijn
door tegenstand van bewoners en monumen-
8 HEEMSCHUT december 2012
I DE OUDE EN NIEUWE
NOVJCQUE URBI:
I WELEDELE GROOTACHTBARE.WELWYSE.