Snuffelen 38 Heemschut september 2012 Cultureel erfgoed en ruimte Mr. J. Poelstra, ir. A.E. de Graaf en ir. R.J.M.M. Schramm: Cultured erfgoed en ruimte: gebied en ontwikkelingsgerichte erfgoedzorg in de ruimtelijke ordening. Uitgave Berghauser Pont Publishing 2012. ISBN 9789491073298, Prijs 39 Cultureel erfgoed en ruimte De focus binnen het cultureel erfgoed verschuift al enige tijd van object- naar gebieds- en ontwikkelingsgerichte zorg. Heemschut juicht dit toe en zag monumentenzorg eigenlijk altijd al in dit perspectief. Het rijk heeft nu ook de wet- en regelgeving in deze richting aangepast en die nieuwe benadering wordt in een boekje 'Cultureel Erfgoed en Ruimte' in de serie Ruimtelijk Relevant heel aardig uit de doeken gedaan. Een heel leesbaar en praktisch boekje voor elke actieve vrijwilliger van Heemschut. De wetsaanpassing heeft geleid tot het nieuwe Besluit Ruimtelijke Orde ning, dat op 1 januari van kracht is geworden. De wijziging van het BRO verplicht overheden het aspect cultuur historie expliciet in de ruimtelijke orde ningsregelgeving mee te nemen. Het bestemmingsplan is nu bij uitstek het nieuwe vehikel om cultureel erfgoed te borgen. Daaraan voorafgaand moet een gemeentebestuur beleid ontwik kelen dat aangeeft, hoe het erfgoed wordt geïnventariseerd en gewaar deerd. De struetuurvisie is daarvoor het aangewezen instrument. In hoofdlijnen geeft dit aan hoe de bescherming van cultureel erfgoed binnen de gemeente kan plaatsvinden en hoe met die bescherming rekening te houden. Een cultuurhistorische inventarisatie kan een eerste inzicht geven in het aanwe zige cultureel erfgoed. Bij het opstellen van bestemmings plannen moet rekening worden gehouden met de Standaard Verge lijkbare Bestemmingsplannen uit 2008 (SVBP). Hoewel dit SVBP dient om tot standaardisering te komen, biedt deze regeling toch voldoende speelruimte voor maatwerk om het cultureel erfgoed een plaats te geven in de ruimtelijke ordening. Het bestemmings plan kent vele varianten. Het kan heel gedetailleerd zijn, zodat alle functies bestemd zijn, of erg globaal, zodat de inrichting van een gebied niet precies vastligt. Voor conserverende bestem mingsplannen worden beide varianten en tussenvormen toegepast. De vraag is telkens, hoe het cultureel erfgoed de beste plaats in het bestemmingsplan krijgt. Bescherming kan ertoe leiden, dat onderdelen van het plan gedetail leerd zijn. Hoewel het in beginsel niet mogelijk is in een bestemmingsplan regels op te nemen die uiterlijke kenmerken van gebouwen regelen, kunnen er toch ruimtelijke redenen zijn om wel standsaspecten op te nemen. Jaren terug accepteerde de Kroon al eens een aanlegvergunningsstelsel voor het verven van bruggen. Het ging hier om een beschermd dorpsgezicht. Recent gaf de afdeling Bestuurlijke Recht spraak van de Raad van State aan, dat 'ofschoon in een bestemmingsplan in beginsel geen welstandsnormen worden opgenomen, kan in het geval dat het plan strekt tot bescherming van een waardevol stads- of dorpsgezicht - aangewezen op grond van de Monu mentenwet 1988 - het opnemen van welstandseisen in de planvoorsehriften in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening worden geacht.' In dit boekje wordt niet alleen ingegaan op de relevante beleidskaders en wet en regelgeving. Het geeft ook ant woord op de vraag hoe het beschikbare instrumentarium in de nieuwe context toegepast kan worden. Willem Heijbroek Fred Feddes: 1000 jaar Amsterdam. Ruimtelijke geschiedenis van een wonderbaarlijke stad. Uitg. Toth, Bussum, 2012 Prijs 29,90. ISBN 9789068685305. Duizend jaar Amsterdam Natuurlijk is het genieten van een boek als '1000 jaar Amsterdam', en dan vooral door de afbeeldingen. De verhalen van de stad zijn bekend, al weet Feddes de meeste wel in een nieuw licht te zetten. Zo is de geschiedenis van de stad, schrijft hij, een voortdurende strijd om land op water te winnen. Als uiteindelijk in de negentiende eeuw de stinkende en ziekmakende vieze grachten een voor een gedempt worden, is dat iets om toe te juichen. Rond de eeuwwisseling echter keert het tij. De grachten worden beter schoongespoeld, er wordt minder vuil in gedumpt en mensen als fotograaf Jan Veth staan op de barricaden om verdere demping en aantasting van Amsterdam-waterstad tegen te gaan. Geleidelijk aan vindt Veth weerklank en organisaties als Heemschut helpen hard mee om de oude kwaliteiten van de stad niet te makkelijk te slopen. In de jaren vijftig van de afgelopen eeuw leidde dat nog tot een clash. Commis saris Kaasjager had een prachtig plan uitgedokterd om de binnenstad voor het autoverkeer toegankelijk te houden. Andere wereldsteden waren Amsterdam allang voorgegaan, maar Heemschut ters als Geurt Brinkgreve vonden het een onzalig idee de Amsterdamse grachten, die toch nog redelijk gaaf behouden waren, te offeren aan de grote modernisering. De menselijke schaal van de stad is waardevol, zo werd betoogd. En dat won het pleit. Nu is de behouden grachtengordel werelderfgoed. Het staat allemaal prachtig verwoord in dit boek. Ook, dat diezelfde stadschoonbeschermers nog helemaal niets hadden met de negen tiende eeuwse wijken. Die mochten wel plat. Veel aandacht is er in het boek gelukkig ook voor de uitbreidingsgebieden tot en met IJburg. De zorg waarmee de stad werd gepland doet soms aandoenlijk aan: zo was bestuurlijk Amsterdam razend enthousiast over de ruime, moderne flats van de Bijlmer. De Amsterdammers echter vluchtten naar Purmerend en Almere, voor een huis met een tuintje. Piet Arp MB KKll*tUk* *1 nUAWIBW llMBI ITMuU* iMf'IUil «MVM*

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2012 | | pagina 40