Een dorpskerk vraagt om een
andere aanpak bij het vinden
van een nieuwe functie dan
een kerk in de stad
Drouwenerveen
Na een jaar tobben werd
besloten de piepschuimbolle
tjes te verwijderen
Verliefd
Mensen die een dorpskerk kopen om deze
vervolgens tot woning te verbouwen zijn vaak
verliefd geworden op het gebouw. Het is daarna
overigens vaak een proces van jaren voordat
ze naar hun geliefde kerk kunnen verhuizen.
Gemeentes hebben vaak geen of weinig
ervaring met de herbestemming van kerken.
En niet alle regels zijn direct toepasbaar op dit
soort bijzondere gebouwen. De oorzaken voor
Een voorbeeld van een kerk die in 2002 met
kleine aanpassingen verbouwd is tot woning
is de voormalige Nederlands-Hervormde
kerk in Drouwenerveen, een kleine zaalkerk
uit 1915. De kerk is vijf traveeën diep. In de
eerste travee, boven de entree, was al een
balkon aanwezig. Deze travee is afgesloten
met een wand. Van het balkon is een slaap
kamer gemaakt, onder het balkon bevinden
zich de entree, de trap, het toilet en nog een
kleine slaapkamer.
De kerkzaal die gevormd wordt door de
volgende drie traveeën is helemaal intact
gelaten en wordt gebruikt als woonkamer.
De laatste travee is eveneens afgesloten
met een wand, waarachter een verdiepings
vloer gemaakt is. Op deze manier zijn nog
een slaapkamer en een badkamer gemaakt.
Achter het huis is de oude consistorie
uitgebreid met een grote serre, die nu als
woonkeuken fungeert.
Piepschuim
Het isoleren van de kerk, en dan met name
het houten tongewelf, was een grotere
uitdaging voor de bewoners. Op het punt
waar het tongewelf en het schuine dak bij
vertraging zijn bijna onuitputtelijk. Aan de ene
kant is dit wel een voordeel, want de geloofs
gemeenschap kan de extra tijd goed benutten
voor het rouwproces als gevolg van het sluiten
van de kerk. Er is tijd nodig om aan het idee te
wennen dat het vertrouwde godshuis bewoond
gaat worden. Voor de kopers daarentegen is de
aaneenschakeling van vertragingen een zeer
kostbaar en frustrerend proces.
Wanneer de vergunningen zijn verkregen, gaan
de eigenaren doorgaans zelf aan de slag voor
de grote verbouwing. Niet alleen uit liefde voor
het gebouw, vooral ook om kosten te besparen.
Een architect komt er bij een kleine dorpskerk
vaak niet eens aan te pas. Een probleem is
dan ook, dat de nieuwe bewoners in de regel
zelf geen professionals zijn. Zij zijn ook niet
altijd goed op de hoogte van de verschillende
mogelijkheden - en beperkingen - van een
gebouw. Het kan zijn dat ze voor de aanpak
van de verbouwing geen goede keuzes maken,
waarbij bijvoorbeeld onnodig architectonische
kwaliteiten van het oorspronkelijke gebouw
verloren gaan.
Ervaringen
Om in een kerk te kunnen wonen, moeten eerst
verschillende aanpassingen gedaan worden.
Denk daarbij aan isolatie, het verwarmen en
noodzakelijke daglichtvoorzieningen. Voor elk
In de kerk van Drouwenerveen is, ondanks het
piepschuimbolletjesleed, een riante woon
omgeving gemaakt. Kroonluchters en ramen
geven de ruimte een eigen sfeer.
elkaar komen, bij de dakgoot, was de ruimte
voor isolatie beperkt. Hierdoor was een normale
isolatielaag niet mogelijk. Een tweede pro
bleem was de moeilijke bereikbaarheid van de
bovenkant van het tongewelf. Daarom werd
besloten om via een luik in de achtergevel een
combinatie van lijm en piepschuimbolletjes
naar binnen te spuiten.
Dit leek een mooi oplossing, maar niets was
minder waar. De lijm zakte op verschillende
plekken tussen de planken door de woning
binnen. Verder hield de lijm niet alle bolletjes
vast, waardoor ze zowel de tuin als het huis in
waaiden. Na een jaar tobben werd besloten de
piepschuimbolletjes te verwijderen. De bewo
ners bezinnen zich nu op een andere oplossing.
Er zijn veel kerken met een soortgelijk houten
tongewelf. In mijn onderzoek sprak ik meerdere
bewoners die problemen hadden met de isolatie
van het gewelf. De slechte ervaring uit Drou
wenerveen is voor anderen een waardevolle les.
Drouwenerveen. Het exterieur
van de dorpskerk, die tegen
woordig in gebruik is als woning.
september 2012 Heemschut 9