STUKADOORS
BEDRIJF
Optimisme maakte plaats voor
heimwee naar de intimiteit en
herbergzaamheid van de voor
oorlogse binnenstad
De projecten van het Water-
verband hebben de stad niet de
gewenste stedelijkheid gebracht
Hedel
073 - 599 42 36/ 06.54323697
www.vanmilstukadoors.nl
met als hoofdkenmerk steigers, arcades en
schuine gevels en winkelruimte aan het water.
Het grote complex Leuvehaven van Diek Apon
bestaat uit drie compacte bouwblokken. De
ontsluiting van de woningen is steeds vanaf een
besloten woondek, waardoor de kades van de
binnenvaarthaven vrij blijven. Hierin gaat het
steeds om het organisch verknopen van beslo
ten buitenruimte met compacte bebouwing en
water. In lijn met de tijdsgeest zijn de projecten
niet historiserend in hun stedenbouwkun
dige opzet, ze hebben geen heldere rooilijnen
of bouwblokken. Maar de architectonische
detaillering is wel historiserend. Schuine daken,
arcades, verticale ramen en baksteen ornamen
ten vormen een breuk met de modernistische
vormentaal van de wederopbouw.
Monumentenzorg
In Rotterdam zijn de stadsvernieuwing en de
'herbergzame' projecten in de binnenstad een
belangrijke stap geweest in de herwaardering
van het historisch stedelijk weefsel. Meer nog
dan uitzonderlijke individuele gebouwen is
met deze projecten het stedelijk wonen en
het wonen aan het water als waardevol op de
kaart gezet. De stadsvernieuwing heeft echter
ook grote delen van de stad monofunctioneel
gemaakt: wijken als het Oude Westen met
nagenoeg 100°/o sociale woningbouw zijn
erg kwetsbaar gebleken voor stapeling van
problemen.
termans kwam bijvoorbeeld vanuit een nauw
keurige analyse van de bouwkundige en archi
tectonische eigenschappen tot een specifieke
aanpak voor de twee beschreven bouwblokken
in het Oude Westen. Volgens Wessel kunnen de
gebouwen binnen het oorspronkelijk arehiteeto-
niseh idioom geschikt worden gemaakt voor een
specifieke doelgroep die profiteert van de col
lectieve ruimtes. Nanne de Ru van Powerhouse
Company kwam op vergelijkbare wijze tot een
architectonische en bouwtechnische facelift
voor het project Simonsterrein op Feijenoord.
Deze benadering zou je ontwikkelingsgerichte
bescherming kunnen noemen. Ook dit is een
belangrijke les die uit de jaren 70 geleerd kan
worden. Toen behoorden monumentenzorg
enerzijds en volkshuisvesting en stedenbouw
anderzijds tot verschillende, vijandige, werel
den. In Wonen TABK uit 1973 pleitte Geurt
Brinkgeve, onder andere initiatiefnemer van de
Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel,
nog tevergeefs: 'het is wel jammer dat groepen
die in feite bondgenoten zijn tegen een machtig
destructieapparaat elkaar zo weinig begrijpen.
Die groepen zijn aan de ene kant de monumen
tenzorgen, aan de andere kant de buurtactie-
groepen, geëncadreerd door jonge vakmensen.
'In het geheel van maatregelen die nodig zijn
voor een vruchtbaar rehabilitatiebeleid, maatre-
De projecten van het Waterverband hebben de
stad niet de gewenste stedelijkheid gebracht.
Integendeel, de projecten keren zich af van de
straat en hebben vaak een gesloten en sombere
uitstraling. Een waardering voor de bouw uit de
jaren '70 en '80 zou dan ook genuanceerd moe
ten zijn. Er is zowel sprake van een waardevolle
historische laag met herkenbare bouwwerken,
als van een transformatieopgave. Dit was de
aanname voor het ontwerpend onderzoek in
het R'70 project. Tjeerd Wessel van Quist Win-
Eén blok van bijna zeshonderd woningen, pleinen
en waterpleinen vormen samen het Hofdijkpro
ject van Jan Verhoeven.
gelen voor woningverbetering, voor het terug
dringen van het automisbruik, de verplaatsing
van hinderlijke bedrijven, de verbetering van
culturele en recreatieve voorzieningen, verte
genwoordigt de monumentenzorg een primair
cultureel belang.'
Dit pleidooi voor een brede, integrale benade
ring van gebouwd erfgoed is nu, meer dan ooit
actueel. Laten we het ter harte nemen.
C. Visser is architect en directeur van het
bureau DaF-arehitecten. Catherine houdt zich
binnen DaF-architecten vooral bezig met ste
denbouwkundige opgaves, onderzoeksprojec
ten, en publicaties op het raakvlak van ruimte
lijke ontwikkeling, archeologie en erfgoed.
mei 2012 Heemschut 27